United States or Kiribati ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij waren het die elken dag boven mijn kano of boven de rotsen, waar ik naar zwartvisch hengelde, kwamen kringen, om te zien hoe ik het maakte, en om mij een verheugd Tsj'wie! tsjip, tsj'wie-ie! "goeie vangst, en visch plezierig!" toe te roepen, wanneer ze weer wegzwenkten.

"Wanneer ik er niet meer ben, zul je dan ook goede vrienden met Betsy blijven je bent soms nog zoo driftig beloof je 't me? Hu! wat ben ik koud; dek mij wat beter toe. Goeie jongen, zoo'n eind voor mij te komen loopen! Laat mij eens drinken; 't begint weer te gloeien in mijn hoofd." "Zou je niet wat gaan slapen, juffrouw?" "Ja! Geef mij je hand, Dorus; laat ik die vasthouden.

»Leer je goed?" »Leeren?" antwoordde de jongen, de schouders ophalend; »mijn vader zegt dat ik er een broertje aan dood heb." Hij haalde een stuk chocolade uit zijn zak. »Ook een stuk, Oom? 't Is goeie, hoor! Ik heb ze zoo even dien dooden Engelschman uit den zak gehaald. Kijk, daar ligt hij, bij die struiken!" »Ge moet van de lijken afblijven," zeide baas Jansen op strengen, berispenden toon.

Och, och, al mijn brooden zoo plat als een koek!" Jan kwam spoedig daarop, met zijn hand aan zijn onderkaak. Hij zag er ontdaan en verschrikt uit, wat geen wonder was; want vooreerst dacht hij dat zijn onderkaak gebroken was en bovendien geloofde hij stellig en vast, dat hij den duivel gezien had. "Goeie genadigheid! wat is er toch gaande!" riep de pachtersvrouw alweer.

Ja, daar zitten zij achter glas... en ge ziet ze eten en permentelijk ademen want de luchtblaasjes broebelen boven het water uit. Achter glas. Snepvangers, visschen achter glas? Snepvangers, wij zijn goeie vrienden en 'k heb u leeren speeken met plezier, maar ge moet mij niks willen wijsmaken, betoogde Sander ongeloovig. Toch is het zoo, hield Snepvangers vol.

"Jawel, Ammiraal!" was Huibs verlegen antwoord; want hij schaamde zich dat hij van een onbewaakt oogenblik gebruik had gemaakt en Marten bij zijnen naam had genoemd. "Zoo gaat het goed, Huib!" zeide Tromp lachend, doch verwijderde zich terstond om elders nieuwe bevelen te brengen. "Hij kent me nog, die ouwe, trouwe, goeië Marten!" fluisterde Huib en pinkte een traan van blijdschap weg.

't Lot was mij niet gunstig, 'k heb veel pech gehad. 'k Ben laat aan 't tooneel gekomen, 'k was al bij de dertig. Mijn familie hield me altijd tegen. 'k Was in een goeie betrekking, maar, hij tikte even op zijn borst hier brandde 't feu-sacré! Ik rederijkte langen tijd, totdat de drang naar de kunst me te machtig werd.

De menschen stroomden nu de straten door, juist zooals hij met den Geest van het huidige Kerstfeest gezien had, en met de handen op den rug voortwandelend, keek Scrooge iedereen aan met een opgeruimden glimlach. Hij zag er zoo onwederstaanbaar opgeruimd uit, dat drie of vier goedhartige lieden "Goeie morgen, meneer, een prettige Kerstmis!" tegen hem zeiden.

Hij rilde en klappertandde. Ik heb bepaald koorts, dacht hij,.... anders wel een aardige avond,.... toch wel een goeie kerel André,.... maar vermoeiend,.... dat rustelooze!.... Toen hij in bed lag voelde hij 't heelemaal dat hij onwel was, koortsig, onrustig, en toch zoo moe, zoo doodmoe. En een brandende pijn in zijn hoofd.

"Ik denk er over om hierheen te verhuizen," zei de jongen, zonder op de vraag van den uil te antwoorden. "Zou je denken, dat het lukken zou?" "Och ja, nu is er niet zooveel meer aan deze hoeve, als vroeger. Maar je kunt het hier toch best uithouden. 't Komt er maar op aan, waarvan je denkt te kunnen leven. Ben je van plan op rattenjacht te gaan?" "Goeie hemel, neen!" zei de jongen.