Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juni 2025


Eens op een dag, dat ik weer tusschen de rotsen zat te hengelen en moeder vischarend op mijn vischwater kwam af zeilen, klonk haar kreet niet als gewoonlijk: Tsjip, tsj'wie! Tsjip, tsjip, tsip, tsj'wie-ie-ie? Dat was de groet van den visscher wel, o ja, duidelijk genoeg, maar het klonk anders, er was iets zegevierends en voldaans in, zoo iets van: "kijk nu eens hier!"

Tsjip! en die elken keer als zij hem weer slaakte schriller en scherper werd, tot zij er op letten en omzwenkten. Toen werden zij in een grooten boog apart genomen en wijs en kalm toegesproken, voordat ze weer mochten gaan visschen. En als ze daar nu boven een uitstekende zandbank rondwiekten, altijd maar in de rondte, ziet een van de kleintjes een visch en vliegt wat lager om hem te volgen.

Pip, pip, pip, hoezee! klonk schril hun gefluit onder het dalen. Maar ik en mijn vischvoorraad waren het eerste geweest wat de vogelmoeder in het oog gekregen had, toen zij om de landtong heenvloog; dus ze kwam aanschieten om ze op een half boozen, half angstigen toon te berispen, dien ik nog nooit eerder van haar gehoord had: Tsjip, tsjip, tsjip, Tsjip!

Zij heeft denzelfden visch op 't oog, heeft er op gelet hoe hij wegschoot toen haar jong neerkwam, en nu ziet zij zijn zilverglans bij de zandbank flitsen, waar de voorntjes aan het spelen zijn. Zij begrijpt dat haar kleine leerlingen den moed verliezen en dat het tijd wordt ze een hart onder den riem te steken. Tsjip, tsjip!

De moeder volgde hen op een afstand, en toen zij in de buurt van mijn zandbank kwam, vloog ze op zij af om er nog eens naar de visch te kijken. Er dreven er nu drie in plaats van twee; de andere de paar die er nog van waren overgebleven worstelden zoo'n beetje aan de oppervlakte. "Tsjip, tsj'wie-ie!" riep ze minachtend; "er is hier visch genoeg; maar wat een armzalige manier om ze te krijgen!"

De moeder stijgt, en fluit dat hij hooger moet komen, waar hij beter zien kan; maar daar heb je den visch weer, en de kleine, hongerige baas denkt aan geen overwegingen, maar spant zijn vleugels om neer te schieten. "Tsjip, tsip! halt, hij duikt weer," waarschuwt de moeder, maar haar zoon is te hongerig om te wachten en schiet als een pijl naar beneden.

Zij waren het die elken dag boven mijn kano of boven de rotsen, waar ik naar zwartvisch hengelde, kwamen kringen, om te zien hoe ik het maakte, en om mij een verheugd Tsj'wie! tsjip, tsj'wie-ie! "goeie vangst, en visch plezierig!" toe te roepen, wanneer ze weer wegzwenkten.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek