Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juli 2025
De oude is zoo tevreden, dat hij mij ergert, en het gekrab van de moeder werkt aanstekelijk. Ik profiteer van het oogenblik, waarop de dochter met haar werk klaar is en wijs met een energieke beweging naar de zoldering. De moeder heft het hoofd op en glimlacht. Dat behoort tot haar departement.
"Of er dan zooveel bijzonders gebeurd is? O neen, maar alles hangt af van de wijze waarop en de stemming waarin. Wanneer ik u zeg dat vader gisteren-avond een uur lang kollege heeft staan geven over het dames-toilet van den tegenwoordigen tijd, zult gij mij begrijpen. Gij glimlacht, niet om vader, maar om mij?
„Wat zal moeder de vrouw er wel van zeggen, als zij ’t hoort”, denkt hij, terwijl hij op den nog duisteren Dam heen en weder rijdt. Hij glimlacht, want hij weet wel, dat zij zeggen zal: „Dadelijk naar ’t bureau brengen, Dirk! Eerlijk duurt het langst”, en
Het type is dat van de andere Dsjaïna-beelden, met de handen gekruist over de zilveren voeten, die ook gekruist zijn, het gelaat verlicht door groote, amandelvormige oogen, aangeduid door schitterende plekken, en den fijnen mond, die glimlacht, terwijl de lange oorlellen op de schouders afhangen.
Wel een zaak van gewicht moet zijn gedachten bezig houden om hem zoo zijn eigen belangen en die der kerk te doen vergeten! Inderdaad loopt hij haastig de trap op, en klopt ongeduldig op de deur van den alférez, die met boos gezicht verschijnt, gevolgd door zijn wederhelft, die zuurzoet glimlacht. "O, meneer de pastoor! Ik wou juist naar u toe: uw bok..." "Ik heb iets van hoog belang..."
Bravo! juich ik, het signaal gevend. En mijn dames juichen handklappend mee, in geestdriftige vervoering. Hij glimlacht bescheiden, dankt en groet. Hij heeft een aardig, vriendelijk-blozend gezicht, met donker haar, dat achter zijn ooren, onder de kepi, een weinig krult.
Terwijl ik mij nu gereed maak, dit laatste Geertje-artikel te schrijven, weet ik mij weer vol van weifelend dralen. Want er zijn boeken, die ons zijn als een huis vol van herinneringen, vol van ons zelf. En zoo voel ook ik mij nu als iemand, die een hem lang vertrouwd en lief geworden huis verlaten gaat. Dat, wat het zijne is, maar toch ook en hoe diep voelt hij dit! van het huis, waarin het zóó lang zijn mijmerend leven leefde, waarmee het één was geworden, is nu bijeen gehaald uit alle kamers en hoeken, en tot den uittocht bereid. Hij-zelf staat vol weemoed stil: zóó als het licht door die ramen viel en tot iets eigens in zijn tintenschakeeringen en schaduwverdonkeringen, van het oude huis èn van hem werd, zal hij 't nooit meer zien; het leven, wat hij hier heeft doorleefd, is voor goed voorbij.... Schimmen van menschen en verre herluidingen als echo's van lang verklonken geween en gelach verbergen zich nu in dit huis voor eeuwig en voor goed in vergetelheid, vóór de vréémde komt.... Ze herklonken en leefden nog in een heel teer leven en onwezenlijk schemerbestaan, zoolang hij hier was, om ze te zien en te hooren. Zij herleefden op zijn zwijgend en nauw-bewust-willend gebod.... De vreemde, die na hem komt, zal hen niet hooren en zien.... Het mooie huis, het zal ook om dien staan, en diens leven zal erin lachen en weenen.... Van het verstorven gelach en geween zal hij niets voelen.... En de heengaande [p.352] man voelt zich onrustig en gejaagd: zou hij niets van het zijne hebben vergeten? Maar plots glimlacht hij weemoedig en knikt, in begrijpen, tot zich-zelf: ach, niet de twijfel, of hij iets van het zijne heeft vergeten, maakt hem zoo onrustig, maar de zekerheid, dat hij moet achterlaten, wat hij nooit vergeten zal, die maakt hem onrustig!... Want er zijn dingen, die men niet meenemen k
Ze komen zoo onverwacht, al die jolige dieren bij elkaâr en men glimlacht eer men 't zelv' weet.... Kom, wanneer een dichter ligt te droomen in het gras, komt er ook wel eens een leuk beest plotseling voor den dag, een eekhoorntje of zoo; en dichters zijn ook menschen, ze hebben een thuis; soms; want wat niet te ontkennen is, er zijn marabouts onder; al zijn er ook wel bij die een grooten gevlekten hond kunnen houden en zich 't lidmaatschap koopen van Artis.
Toen gaat hij staan tegen de leuning van de brug en wijst mij op zijn lompen, onder het uitsteken van de hand. Ik geef hem twee piasters. "Zid!" zegt hij, "doe er nog wat bij!" "Maar dat is bijna zooveel als de sultan je per dag geeft!" Hij glimlacht en herneemt: "Zid! en God zal u zegenen!" Ik geef nog een piaster, een enkele, ofschoon hij beweert dat hij er graag vijf wou hebben.
Maar de Rabbijn Bernstein heeft een boek meegebracht. Goed: de Rabbijn Epstein zal dat dan dragen, tot zij buiten zijn. Daarna zou 't niet meer passen. Gij glimlacht wellicht over al dien eerbied en over al die etiquette? Ik ook. Maar glimlachend bedenk ik toch ook, dat in al deze kleine bedrijven iets liefs, iets geriefelijks is.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek