Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juli 2025


Willens niet, onwillens Nader ik u: de wil des Grooten Vaders Dreef mij omlaag, dat ik een doem volvoer' Van nieuwe wraak. Helaas! 'k bemeelij u, En 'k haat mij zelf, dat ik niet meer kan doen. Ja, als ik weerkeer, nadat ik u zag, Schijnt voor een poos de Hemel mij een Hel, Zoo achtervolgt me uw magere gedaant Des daags, des nachts, en glimlacht een verwijt.

Eensklaps blijft hij staan; hij glimlacht zoo zoet! zijne lippen stamelen een bevallig welkom. Dáár, voor hem, staat het lieve Sneeuwzotteken met zes zilveren bellekens te pralen.

Stil! ook de dikke slaapt, en ze droomt dat ze een vorstentelg bakert; en droomende glimlacht ze, en, droomende scheukt ze de schouderbladen. Stil! daar links staat het groote ledikant. Ook zij, die den eersten levenskreet van haar lieveling vernam zij slaapt.

"Ach! ik wou, dat ik anders was..." Een oogenblik blijft hij nog in gedachten verzonken naar zijn beeld staren, glimlacht bitter en wendt zich dan af, terwijl hij in zichzelven herhaalt: "Ach God! waarom ben ik toch zoo, 'k wou, dat ik anders was." 't Venster van de net gemeubeleerde kamer staat open en de frissche, gezonde, geurige lucht dringt er in breede stroomen naar binnen.

Nog nooit zag ik zoo'n ronden hals, zoo'n blanken boezem, een Vlaamschen boezem vol goede melk, die kloeke mannen maakt. Vol? sprak zij, nog niet; gij zijt er rap bij, gij! Wachten? herhaalde Uilenspiegel; totdat ik geene tanden meer heb om u levend op te eten, liefste? Gij antwoordt niet en glimlacht met uw lichtbruine oogen en uwe lippen als kersen zoo rood!

En als door een tooverslag is de orde hersteld, als een generaal op het slagveld geeft de agent van de heeren Cook zijn bevelen aan de dragers, staat beleefd de reizigers te woord met uitleggingen en verklaringen en als men zich ongerust maakt over de douaneformaliteiten, glimlacht hij en zegt geruststellend: "Er is geen douane voor u.

Zijn oog schijnt nog te stralen van den weerschijn der heerlijke visioenen, zijn mond glimlacht, zijn aangezicht is schoon. Hij heeft God gezien. "O gij groote, schoone menschenziel," denken zij die hem zien; "zoo hebt ge dan de boeien van 't stof verbroken. In uw laatste uren hieft ge u op tot uw Schepper. Ge hebt u voor Hem verootmoedigd en Hij nam u als een kind in de armen."

Gij glimlacht, en mijn vroeger leven geeft u het recht daartoe. Daar zal ik niets van af doen. Ieder leeft zijn eigen leven, voor zichzelf. Slechts enkelen begrijpen de kronkelpaden van hun eigen, nog minder die van anderer bestaan. De wereld is er immers getuige van geweest, hoe de rust mij ontvloden is, of ik haar, en toch zie ik nog de mogelijkheid haar terug te vinden.

Zeg den soldaten dat zij afdalen en mij brengen wat ik vraag, wat de Tetrarch mij beloofd heeft, wat mij toebehoort. Daalt af in den put en brengt mij het hoofd van dezen mensch. Salome vat het aan. Herodes verbergt zijn gelaat achter zijn mantel. Herodias glimlacht en wuift zich koelte toe. Zie, ik zal hem nu kussen. Ik zal er in bijten met mijne tanden zooals men bijt in een rijpe vrucht.

De manier van vertellen is door die voorstelling ongedwongen en los en blijft dat ook, al glimlacht men soms even, zooals toen al op een der eerste avonden tante en nichtje wel dadelijk naar de Friedrichsen Leipzigerstrasse wilden gaan naar het drukke avondgewoel, maar oom en neef thuis wilden blijven in het hotel.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek