Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 mei 2025


"Hoort! gij leevende zielen," "hoort! gij zielen van wie er moog waken, moog slapen" ...formido mortis cecidit super me. "Dit is de doem des Doods en géén ontkomt." "Eénzaam zal hij liggen, geen gerief zal hem naken," "de dooden zijn van hem gescheiden, en de leevenden," "Dood duldt géén gezellen."

Maar als wij praten bleven werd het middag, En knorrige Silenus zou zijn geiten Nog ongemolken vinden, en ons brommend Die wijze en liefelijke zangen weigren, Van Noodlot, Toeval, God, en ouden Chaos, Liefde, en den droevgen doem van den geboeiden Titan, en hoe die eens, bevrijd, heel de aard Eén broederschap zal maken: schoone liedren, Die onze eenzame schemers blij doen zijn, En die tot luistrend zwijgen zelfs bekoren De niet naijverige nachtegalen.

Eens de glorie, waartoe het geroepen was; maar eerst de verderving, waartoe het was gedoemd. Hij zou onze natuur aannemen; maar in gevallen en geknakten staat. Gelijk ze onder den doem lag, om in dood en graf te verzinken en tot stof weder te keeren.

Zachtheid en Deugd, Wijsheid en Lijdzaamheid Dat zijn de zegels die met machtge zekerheid Boven Verwoestings kracht den afgrond sluiten; En als met zwakke hand soms de Eeuwigheid, Moeder van vele dade' en uren, weer bevrijdt De slang die met zijn heele lengt' haar wilde omsluiten Herovert gij de volle heerschappij Over de' ontbonden doem door deze tooverij.

Als gij dan uitgehoord zijt en niet meer hooren kunt, is die Rechter toch nog niet uitgesproken. Op verre na niet. En als uw hart niet meer kan, dan kan God nog aldoor. En ge merkt het: God is meerder dan mijn hart, en Hij kent alle dingen. Er komt dan een inzicht in een eeuwige, een besef van een oneindige schuld en doem. En dan eerst komt het wegzinken, het innerlijk verbrijzeld worden.

Vanaf den vijfden regel luidt een zeer eigenaardige variant te Groningen: Schippien van drei weken Loat heur zailtien streken. Boven in de hangeltop Doar hangt 'n dikke metworst. Snie wat braid, snie wat snel, Snie joe den moar nijt in 't vel. Snie wat braid, snie wat roem, Snie joe den moar nijt in doem.

"Hoe schoon zij is, dacht hij: zij is zoo zacht en stil, zoo bescheiden; zoo schoon in haar droom...." Steeds is de hei weemoedig; doch dien dag kwam zij hem smartelijk voor. Zag Hary Gerards er zijne stemming als in een spiegel? Hij kende hare smart werkelijk. "Zij gevoelt haar vonnis, dacht hij. Zij weet haar doem ten ondergang. Doch heeft niemand dan gezien hoe prachtig dit panorama was?

Willens niet, onwillens Nader ik u: de wil des Grooten Vaders Dreef mij omlaag, dat ik een doem volvoer' Van nieuwe wraak. Helaas! 'k bemeelij u, En 'k haat mij zelf, dat ik niet meer kan doen. Ja, als ik weerkeer, nadat ik u zag, Schijnt voor een poos de Hemel mij een Hel, Zoo achtervolgt me uw magere gedaant Des daags, des nachts, en glimlacht een verwijt.

Dies roem ik God, zal van zijn Rijk gewagen, spijt aller schijndeugd, spot of hindernis, daar Hij der waereld doem zoo ligt leert dragen en zacht voor Liefde's kindren is. ............................................................. ............................................................. Altijd door moet ik weer denken de schoone gedachte, Als ik ga slapen en 's nachts en des morgens, des morgens, Als zij weer waarlijk in luister ontluikt uit den scheemer, eeuwig waarachtig.

Wat heeft dit hart te vreezen, Daar 't graf nog open staat en God ontferming biedt? Maar neem, ô neem mijn ziel die dierbre toevlucht niet. Neen, de Almacht heeft voor ons, in Adams doem verstoten, Voor 't kroost van onzen schoot, uw Eden toegesloten; Wij erfden vloek van hem, ellende, en ramp, en graf, Niets hoogers: maar één hoop, één uitzicht bij die straf.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek