Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juli 2025


En tusschen wortelknoest en stronk, die boren Het hart der aard, knaagt vrij de schuwe muis; De meerl laat ver omhoog haar liedren hooren. Wiens houwen zwicht ge eens, stortend met gedruisch? Wien, eik! zult ge op de waterbanen schoren.... Welk honderdtal wordt gij ten doodekluis?

Uw lied zegt, wat ge woudt: gij moet het geven, Wat deert u, dat een ander ’t oog laat gaan Op wat gij wrocht, en ’t vonnist.... als een leven!? Gij hebt, als dichter, niet vergeefs bestaan, Als ’t één bekoort, en stijft in moed en streven!” Neem dáarom, als ze zijn, deez’ liedren aan!

Zal eens wellicht een sombre bouwval treuren, Waar nu de Maasstad tiert? een nieuw geslacht Eens zoeken naar de teekenen dier macht En grootheid, waarvan de overleveringen Nog spreken en nog oude liedren zingen? aldus zuchtte des Amorie van der Hoeven mistroostig bij 't aanschouwen der rivier? En hij eindigde met den tot kracht aansporenden uitroep: Waakt, kindren, waakt!

THESEUS. Ziehier uw keus: gij sterft den dood, of zweert 't Verkeer met mannen voor uw leven af. Dus, schoone Hermia, beproef uzelf; Denk aan uw jeugdig bloed; stel u de vraag, Of, als ge uws vaders wenschen wederstreeft, Gij ook der nonnen dracht verduren kunt, En, steeds in 't sombre klooster ingesperd, Als kuische zuster levenslang den lof Der koude maan met matte liedren zingen!

En wij hooren liedren, psalmen, Die zij zong in lichaamspijn, In de zomerregendropplen Als een liefelijk refrein. 't Laatste deksel doet aanschouwen Hoe een ridder fier en stout, Op zijn schild den naam van "Amy" Voert in letters, blauw en goud. En in 't kistje, net geborgen: Blauwe schoentjes van satijn, Diadeemen, droge bloemen, Waaiers, broches, groot en klein. Allerlei gedachtenisjes.

maar van zijn ijz'ge grimmigheid niet weet; waar wordt geliefd, gerouwd, geklaagd, gebeeden, maar rust gevonde¯in liedren en gebeeden en schoone Zaligheid in alle leed.... Vergleeden leeven! droefheid zonder naam perst mij, als ik U zie, de lippen saam.

Veracht den Hoogmoed en 't Vooroordeel! Sta Rede en Waarheid U ter zij! Blijv' stille Needrigheid op al uw schreên U bij, En wacht alleen van Deugd en zuivre Oprechtheid voordeel! Zoo smaak dan voorspoed, vrede en roem! Zoo blijv' de zoetste vreugd u op uw weg bejeegnen! En o! pluk méer op aard dan huldes morgenbloem God zal uw levensloop en Keith uw liedren zeegnen!

En dat bij 't glanslied van uw majesteit mijn hart verwelkt en om verzachting schreit. Ik zocht in liedren, die de menschen zingen, wat zich het innigst aan uw schoonheid paart, maar er weerklinkt geen menschenzang op aard, die tot uw hooge machtsfeer dóór kan dringen. En er ontstond een weemoed, die niet zweemt naar uw geluk, en is uw Weezen vreemd.

Maar als wij praten bleven werd het middag, En knorrige Silenus zou zijn geiten Nog ongemolken vinden, en ons brommend Die wijze en liefelijke zangen weigren, Van Noodlot, Toeval, God, en ouden Chaos, Liefde, en den droevgen doem van den geboeiden Titan, en hoe die eens, bevrijd, heel de aard Eén broederschap zal maken: schoone liedren, Die onze eenzame schemers blij doen zijn, En die tot luistrend zwijgen zelfs bekoren De niet naijverige nachtegalen.

Wellicht heb ik, wanneer ik zong om ’t zingen, En niet om lof, als loon, mijn zangen dichtte, Tòch aan een roeping, onbewust, voldaan; Wellicht, schoon ik tot ú mij nimmer richtte, Gevoelt gij, wat mij trof, ook ú doordringen:... Neem dáarom, als ze zijn, deez’ liedren aan!

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek