United States or Iraq ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het kind verstond geen twee woorden Fransch. God had echter ontferming met haar gehad. De dame was mevrouw Leroy, zuster van den schilder Belloc.

En terwijl de bokken worden uitgeroeid, is het voor de schapen zijner weide, dat die Herder zijn leven stelt. En de Vader zelf strekt de hand zijner eeuwige ontferming uit en hoedt ze, en niemand kan ze rukken, de wolf niet en Satan niet, uit de hand van den Vader.

In deze bladzijden, getiteld: "Wijs mij de plaats, waar ik gezaaid heb" tracht hij met statistische tabellen den Hollanders aan het verstand te brengen, welk groot belang zij bij Indië hebben; maar vooral wil hij de Hollandsche harten tot ontferming bewegen door een ontroerend beeld van het lijden van den inlander.

Spreekt gij als hij, vrouw? vroeg de baljuw. Soetkin knikte van ja. Verbrandt den vischverkooper! riep Uilenspiegel. Soetkin zweeg, hief den arm tot vermaledijding omhoog. Doch als zij het fornuis zag gloeien onder de voeten haars zoons, riep zij uit: Heere God! Heilige Maria, die in de hemelen zijt, stelt toch een einde aan die marteling! Ontferming! Doe het vuur weg!

Men mag dus geenerlei ontferming hebben, en ik moet het zeggen, want ik zie dat de schepenen en die van 't gemeen te goedertieren zijn jegens de vrouw.

Er zijn er, die gaarne vergeven. Er zijn er, die stil en in heilige blijdschap lijden. Er zijn er, die rijk zijn in ontferming en deernis. Er zijn wondere bidders en bidsters. Er zijn zielen, die van liefde overvloeien. Er zijn er, die machtig zijn in het vertellen van al den lof des Heeren. Maar hoe klein is hun aantal! o, Laat dat aantal toch meerder worden!

Dan.... o ja, dan zou hem alles te vergeven zijn! fluisterde hij met eene ontfermende geruststelling. Maar die ontferming maakte haar verlegen: het werd haar opeens, of zij zich geheel had bloot gegeven en dingen gezegd had, die men niet zeide; het werd haar of zij geen kracht had gehad zich in hare terughoudendheid te verschuilen. St. Clare wist niet, hoe lang hij te Brussel zou blijven.

Voor een beest, dat lijdt, zullen zulke lieden nog een meewarig oog hebben; voor dieven en moordenaars zullen ze het verblijf in den kerker nog zacht zoeken te maken; voor gewonden in den krijg zullen ze het Roode Kruis nog om den arm spelden; alleen maar voor de gekenden des Heeren kennen ze geen ontferming. Tegen hen spitst al hun ongoedertierenheid zich op het uiterste.

Of wandelde ook langs de zoomen van uw dorre ziel niet telkens die hemelsche Landman, die den akker uwer ziel aanzag, en in innerlijke ontferming haar dorheid gadesloeg, en die, waar gij nog geen dorst kendet; voor u en in uw plaats dien dorst voelde?

Ze stond alleen in den wijden kring, met haar waanzin alleen. "Help mij," kreet ze eindelijk in vertwijfeling. "Al mijn rijkdom voor wie me den ring ontneemt." Niemand had ontferming. Toen wilde ze den ring van zich werpen. Het gelukte haar niet. Machteloos was ze gelijk een bedelaar, want haar rijkdom had geene waarde meer. Niemand wilde haar bijstaan. Zij was vervloekt door haar slechte daad.