United States or Oman ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zulke literaire pleisterplaatsen vindt men ook in den Walewein en den Reinaert. In de Lorreinen leest men b.v. Elders in dezen roman vinden wij zelfs een overzicht van den inhoud der drie groote deelen van het gedicht, en iets later deze samenvatting van het voorafgaande: Gi hebt hier voren verstaen wel, Hoe Gelloen die ridder fel enz.

Tot aan de andere zijde der Markt klonk duidelijk hun tergend lied, dat zij met de klanken der hoorns en met het slaan hunner zwaarden op de schilden begeleidden: Gi, rudders, dwingers, maect u van cant, Hier syn de Kerels van Vlanderlant! Gi, Isegrms, hoedt u voor den Blauwvoet, Of gi selt voelen wat sine clau doet.

Het publiek wordt daar gewoonlijk aangesproken met: "gi heren ende gi vrouwen"; de hoofsche WILLEM VAN AFFLIGHEM zegt ook wel: "gi vrouwen ende heren" . Soms wordt deze benaming afgewisseld met: "gi goede liede"; doch men moet hierbij in aanmerking nemen dat deze uitdrukking eene beleefdheidsformule was: "een goet man" is wat wij noemen: een fatsoenlijk man, een man van eer.

Eenigen tijd daarna hoorde men der Kerlen zegelied in de verte nog hergalmen, en eindelijk achter de bosschen geheel in de nachtelijke stilte wegsterven ... Zij zongen: Doedele, bommele, romdomdom, Houd u recht en sie niet om! Gi, rudders, dwingers, maect u van cant, Hier sijn de Kerels van Vlanderlant! Gi, Isegrims, hoedt u vor den Blauvoet, Of gi selt voelen wat sine clau doet.

Zei Pallieter. "Ja, as ze gin cente vraagt." "Awel, ze zal er gin vrage!" riep Pallieter tot den veldwachter en dan tot de vrouw, terwijl hij haar twee frank gaf: "Lient mij oe orgel veur e kortieke, ik vraag gi geld, 'k mag dus spele! Allé vroem on den dans! 'k zal ik draaie want van e goe weer mut ne mensch profiteere! Hoep!"

Van haren slagen waren si milde In stucken liggen hare scilden ........................... Rogier was verheuget sere Ende zeide: vrient, bi onzen Here Ic wane gi zult nu ontgelden Als u God niet langer ne spaert.

Zij verstonden het, en leidden den pastoor willens of niet willens in de lachende schaar. En zij omsingelden hem, en draaiden er rond en zongen: Is menhier Pastoor ni t'huis 'k hem is gere spreke 't Aved in zijn huis. En hij, de pastoor, zong terug met brekende stem, terwijl hij met den wijsvinger de maat sloeg: Ze zegge dat ik ne voddeman ben Ze zegge dat ik gi geld en hem.

"Zij zullen voor den gek, gi, ga, gi, ga, gek gehouden worden!" zong Schaunard op een nieuwe door hem gecomponeerde melodie, een vreeselijke melodie, lawaaierig als een gamma van donderslagen, en waarvan de begeleiding de schrik van alle piano's in de buurt was.

Maniert u selven in uwen rouwe Haddes u te voren bedacht; Dit heb di al selve toebracht; Gi ne dorvet niemand anders tien Dan u selven wildy's lien! Men vindt, in de meeste Franse geschiedboeken, Johanna van Navarra geheel anders dan kwaadaardig afgeschetst.

Zoo wordt in de Mantel van eren het wapenschild beschreven van den edelen ridder, wiens lof hier was verkondigd: "van lazure // met twee ramshorne van goude" . In een andere sproke echter, van het Jodenmeisje dat Christin wordt, spreekt de dichter zijn publiek aan met: "gi goede liede"; diezelfde uitdrukking vindt men in het heiligenleven van Sint Amand, doch afgewisseld door: "ghi lieden alle ghemeene... knapen, joncwive, vrouwen ende heeren."