United States or Tunisia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"En ajje dan ankomt in je residentieplaas, staat die equipage al op je te wachte, met koesier en twee palfreniers achterop, de cellewage, vervloekte ijzere kast; allegaar amparte 'okkies, waar je ingeduwd wordt, 'n stank van dieve, zoo scherp dat je bijna stikt; en zoo'n kar rammelt, dat je denkt, dat je maag om zal draaie. je dankbaar ajje op die binneplaas ontboeid wordt!

22 de bever tot strijden zich opstelt; zoo stond het kwaadaardigste beest op den rand, die van steen zijnde het zand afsluit. 25 In het ijle kwispelde zijn geheele staart, de giftige gaffel naar boven krommende, welke op de wijze van den skorpioen den punt verweerde. 28 De Gids zeide: "Nu voegt het dat onze weg zich een weinig draaie naar dat kwade beest, dat zich daar neerhurkt."

Onder het bakken mogen er geen andere spijzen in staan. Na een half uur, niet eerder, opene men den oven en draaie de voorzijde van het brood naar achteren. Als men een kwartier later ziet, dat de bovenkorst gaar is, dan keere men de brooden om, daar dan de benedenkorst gewoonlijk nog zacht is.

"Geen loer draaie, zou 'k denke?" "Nou, blijf daar dan niet staan alsof je bang ben, mensch! wie weet er wat van? wìj zulle mekaar toch geen loer draaie, zou 'k denken?" "Nee, dat geloof 'k ook niet!" zei juffrouw Dilber en de man tegelijk. "Dat denke we ook niet!" "Nou, goed dan!" riep de vrouw. "Wie mist een paar dinge als die wij hier brenge? Zoo'n dooje man zéker niet."

Bekend is ook de Sint Michielszomer, waarop wel betrekking heeft het Vlaamsche paailiedje: Draaie, draaie, wielke, t' Avond komt Machielke, Komt Machielke t' avond niet, Hij en komt van g'heel de weke niet. En de kinderen op den Vlaamschen Steenweg te Brussel zingen: Sinte-Michiel Draait zijn wiel Mee zijnen blooten erremen.

Uit Zeeland: Draaie, draaie wieltje, Morgen komt Machieltje, Als Machieltje nièt en komt, Dan komt Jacob Janssen, Die zal je leeren dansen, Hier een stoel en daar een stoel, Op ieder stoel een kussen.

Zei Pallieter. "Ja, as ze gin cente vraagt." "Awel, ze zal er gin vrage!" riep Pallieter tot den veldwachter en dan tot de vrouw, terwijl hij haar twee frank gaf: "Lient mij oe orgel veur e kortieke, ik vraag gi geld, 'k mag dus spele! Allé vroem on den dans! 'k zal ik draaie want van e goe weer mut ne mensch profiteere! Hoep!"