Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juli 2025


Om elkander in de duisternis te kunnen herkennen, begonnen de Kerels elkander toe te roepen met het woord: "Blauwvoet! Blauwvoet!" En, hen daarin navolgende, riepen hunne vijanden: "Isegrim! Isegrim!"

Zeker, de man zou naar het leger zich begeven hebben; hij is een onversaagde Kerel, een verkleefde Blauwvoet, die vurig wenschte zijn bloed voor de verdediging onzer vrijheid te mogen vergieten; maar zijne vrouw en kinderen zouden op de hofstede zijn. Daar zou de heer proost kunnen rusten en eenig voedsel tot versterking gebruiken. Tot mijne groote verwondering vond ik den Kerel te huis.

Tusschen hen kon men de Houtkerels onderscheiden aan het diepere blauw hunner kleeding en aan hunne hoeden, waarvan de randen achter en terzijde in vorm eener klak waren opgeslagen, terwijl de Veld- en Duinkerels breedgerande hoeden droegen, die met eene veder van den Blauwvoet of Zeearend waren gesierd.

"Inderdaad", mompelde de veldheer in zich zelven, "het ware voorzichtig op den weg naar Gent terug te wijken en mijn leger in veiligheid te brengen, totdat wij met meerdere macht kunnen terugkeeren ... Ik dank u, mher Vos, voor uw bericht ... Maar laat mij toe u iets te vragen. Gij zijt een Blauwvoet en waart een aanhanger der Erembalds. Hoe komt het nu dat gij hun vijandig zijt geworden?"

Mij verwondert het dat gij Robrecht Sneloghe niet reeds een Blauwvoet hebt genoemd; maar Blauwvoet, Isegrim, het zijn scheldwoorden, die niets voortbrengen dan haat en twist. Mij is een vrije Kerel even waardig als een edelgeboren ridder." "Maar de Kerels kunnen niet vrij blijven", wedersprak de hofraadsheer met nadruk.

"Blauwvoet, Blauwvoet!" dat tot herkenningsteeken in de duisternis van wederzijde werd aangeheven, meende Robrecht te kunnen oordeelen dat de vijand niet overmachtig was en door de Kerels, die nu uit al de gebouwen kwamen gestormd, wel ras zou verplet zijn. Onder het uitgalmen van den kreet: "Ravenschoot, Ravenschoot met mij!" wierp hij zich vooruit en hakte links en rechts op den vijand.

"Wie daar?" riep hij door het kijkgat. "Spreek stil", werd hem geantwoord. "Ga, zeg uwen meester dat vrienden hem wenschen te spreken. Hij kome zelf om ons te herkennen." Na eene korte wijl vroeg hem eene andere stem: "Vliegt de Blauwvoet?" "Storm op zee!" antwoordde een hunner. "Doe ons open, Robrecht." "O, mijn God, Burchard!" morde iemand achter het kijkgat. "Stil, stil, en ontsluit de poort!"

Eensklaps bleven, bij het hoofd der bende, eenige gezellen verrast staan; zij meenden eenen man tusschen het kreupelhout te hebben bespeurd; het geritsel der bladeren bevestigde hun vermoeden. "Vliegt de Blauwvoet?" riep een der Kerels. Maar dewijl hij geen antwoord bekwam, spande hij zijnen boog en stuurde eenen pijl door de heesters. Drie of vier gezellen volgden hem hierin na.

"Vliegt de Blauwvoet?" vroeg eene stem van binnen. "Storm op zee!" antwoordde Burchard. "Doe open, Alijn, ik ben het." De poort draaide krijschend op hare hengels en al de Kerels traden binnen den ringmuur op den wijden neerhof. Hier werden een paar toortsen ontstoken en alles tot den aanval tegen den burcht van Straten in gereedheid gebracht.

Wel waren er vele honderden Kerels en poorters uit den burg en van de stadswallen komen toegeloopen; maar de Steenstraat spuwde nog immer nieuwe gedeelten van het ridderleger op de Markt. Niemand kon oordeelen over den gang of over de kansen van den akeligen nachtstrijd. De eenige en onzekere maatstaf waren de oorlogskreten "Blauwvoet!

Woord Van De Dag

estes

Anderen Op Zoek