Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


De hofraadsheer Tancmar was met zijnen oudsten zoon Ghyselbrecht uit eene binnendeur in de zaal getreden en deze laatste had onmiddellijk tot de nastaande ridders iets gezegd dat niet allen even goed beviel, want Eustaas Van Steenvoorde, een Kerel en een vriend der Erembalds, had met zekere driftigheid op zijne gezegden geantwoord.

"Weze God ons barmhartig, Robrecht, anders is deze gruweldaad de slavernij voor de Kerels en de marteldood voor uwe ooms!" "En waar is nu Burchard?" vroeg Robrecht. "Men heeft mij daareven geboodschapt dat hij met zijne woeste Houtkerels naar Straten is geloopen om Rambold Tancmar te gaan verrassen. Eilaas, hij heeft in de stad de beide zonen van den hofraadsheer vermoord!

Hoe kan ik hem en mijne doode gezellen wreken?" "Wij zullen doen wat Rambold heeft gedaan", gromde een Keurman. "Hun de voeten afsnijden en ze den hofraadsheer Tancmar toezenden, al bevond de hatelijke Isegrim zich ook met den graaf."

Een oorlog tegen hen zou voor langen tijd de openbare welvaart in Vlaanderen vernietigen." "Maar, heer graaf!" bemerkte Willem van Normandië verwonderd, "gij spreekt zoo welwillend van deze Kerels! Uw hofraadsheer Tancmar schilderde ze mij af als een verachtelijk ras van grove dorpers, van moordenaars en dieven." "Mijn hofraadsheer overdrijft. Hij haat de Kerels onzeglijk.

Heeft dan de graaf u insgelijks eenen bode gestuurd?" "Neen, maar de hofraadsheer Tancmar Van Straten bracht zelf mij de tijding." "De raadsheer Tancmar?" herhaalde Bertulf met zichtbare bekommerdheid. "Ja, en tevens de hofbottelier Walter Van Lokeren." "Zij hebben wel veel haast om in Brugge te verschijnen, heer voorschepen." "Inderdaad."

De oorzaak dezer ontevredenheid wae, dat Rambold Tancmar en andere neven of magen van den hofraadsheer, die met graaf Karel was vermoord geworden, den koning volgden. Tot nu toe had geen hunner binnen Brugge zich durven vertoonen; maar sedert de nederlaag van het Kerlenleger vreesden zij niets meer, en tergden nu zelfs de verbitterde poorters door spottende blikken en hoogmoedig lachen.

"Maar Ghijselbrecht Tancmar stond insgelijks naar de hand van jonkver Placida", bemerkte Yorg Koevoet. "Indien zijn oom, de hofraadsheer, met den graaf terugkomt, zou hij dit huwelijk nog wel kunnen beletten." "Onmogelijk", antwoordde Bertulf, "heden nog, dezen morgen zelfs, zal Placida Van Woumen de beloftegift uit Robrechts handen ontvangen.

Het is Rambold, de neef van den hofraadsheer Tancmar, die niet alleen het kind mijner zuster heeft vermoord, maar daarbij nog een tiental vrije Kerels. Hij woont nu op den burcht te Straten, en verwacht zich waarschijnlijk niet aan onze komst. Hoe het zij, moet er bloed vlieten, wij zullen het geven en hier niet terugkeeren zoolang er een steen van het vermaledijde Isegrimsnest rechtstaat."

Het was zichtbaar dat de hofraadsheer en zijn zoon een beraamd ontwerp uitvoerden; want Walter Van Lokeren en Raes Van Gaveren, hunne bijzonderste vrienden, stonden lachend nevens hen en fluisterden soms stille woorden aan hun oor, als om hen aan te moedigen, terwijl vele ridders waakzaam hen omringden, gereed tot hunne verdediging, indien de gehoonde Erembalds tot geweld mochten overslaan.

Hebben wij deze zending niet trouw volbracht? Gij zelf, mher Burchard, hebt gij niet toegestemd om uwen twist met den hofraadsheer Tancmar opgeschorst te laten tot des graven terugkeer!" "Ja, ja, tot mijne groote schande", antwoordde Burchard gramstorig. "Tancmar had voor den oorlog mij een gedeelte mijner gronden ontnomen.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek