United States or Marshall Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Onze eenden kwaken niet eens in vijftien dagen, of het dreige te regenen of niet. Geen vogel op Wildenborg, die piept of zingt! Ik ben niet doof; ik hoor den vink wel, die zingt in den appelboom; maar het is een trekvogel. Blijft hij in deze vermaledijde streek, dan zal hij haast voor altijd zijn liedje vergeten.

Het bloed der heidenen stroomde ter hoogte van de enkelen langs de straten zóó verhaalde men mij; en de Hemel had blijkbaar deze vermaledijde afgodendienaars met verlamming geslagen: want als kudden schapen lieten zij zich afmaken, zonder den minsten weerstand te bieden! O dies irae! Het was in Wijnmaand van dat jaar.

Meester Daneel, ga met tien wapenknechten terug naar den burg, langs den kant van den Maalberg; daar zullen, zooals ik u heb gezegd, nog andere van die vermaledijde Blauwvoeten u in de handen vallen." Mher Daneel moest wel van de zaak weten; want hij koos, niet zonder geheim inzicht, onder zijne mannen er tien uit, en keerde met hen terug in de Wapenmakersstraat.

Zij hebben Sinte-Katelijnekerk genomen om ze te onteeren, te ontwijden, te ontheiligen met hunne vermaledijde predikatiën. "Is die verdraagzaamheid niet goddeloos en niet schandalig? Bij de duizenden duivelen uit de helle, waarom steekt gij ook de handen niet uit naar de wapenen, weekhertige katholieken?

Terwijl zij geloofde zekere gevouwen sluiers aan te vatten, welke zij om het hoofd dragen en die zij het psalmboek noemen, kwam haar de broek van den priester in handen en zij had zooveel haast, dat zij zonder het te merken in plaats van het psalmboek zich die om het hoofd deed en naar buiten ging en na snel de deur achter zich te hebben toegetrokken sprak zij: Waar is die van God vermaledijde?

Ja! ware ik hier niet op uwen klomp, lang reeds had de Heer, Onze God hem doen verzwelgen in den diepsten afgrond der zee, met u, uw vermaledijde wapenen, uwe duivelsche donderbussen, uw zingenden kapitein, uw heiligschennende halvemanen, ja! tot in het diepste van den onpeilbaren bodem van het rijk Satans, waar gijlie niet zult branden, o neen! maar vervriezen, beven en sterven van koude, de eeuwigheid der eeuwigheden lang.

Ik meende van mijne vangst reeds zeker te zijn: ik sloeg mijn net uit och jemini! de slag was mis en met eene plotselinge zwenking verdween mij het vermaledijde insect spoorloos tusschen de struiken die over den afgrond hingen. »Gemelijk, boos op mijzelven en op heel het kevergeslacht, wendde ik mij terug. En nu, kinderen schrikt niet! Wordt niet versaagd!

De onzekerheid, de twijfel deed het hart der toeschouwers angstig kloppen; de meesten nog wenschten de zege toe aan den behendigen ridder die, ondanks zijne mindere gestalte, tot dan met ongeloofelijke kunde en sterkmoedigheid weerstand had kunnen bieden aan zijnen reusachtigen tegenkamper. "Het moet eindigen tusschen ons, vermaledijde Blauwvoet!" riep Jakob de Leeuw zijnen vijand toe.

"Klink! klank!" zeide de Baron tegen den Schout, toen hij het hoorde: "die bewaarplaats is een weinig zekerder dan de kamer te Loevestein, waaruit de Heer De Groot voor veertien dagen ontsnapt is: van hier zal die vermaledijde Jezuïet niet wegkomen, of hij moest kunnen vliegen." "Dat moet hij dan kunnen," zeide Bouke, stampvoetende en vloekende binnenkomende: "want weg is hij!"

Maar, vermaledijde tooveraar, verbrand zult gij worden voor de pui van 't Schepenhuis. Gij zijt de oorzaak van Soetkin's dood, gij bracht heuren zoon, eenen wees, tot ellende; gij, die ongetwijfeld een edelman zijt, kwaamt bij ons, werklieden, om mijne moeder een enkele maal een weinig geld te brengen en er heur al de andere keeren veel te ontnemen.