Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


Zij waren terzijde gesprongen, om de slingeringen van Burchards zwaard te ontwijken; twee of drie waren zelfs langs de naaste deur in bet paleis gevloden om daar hulp te zoeken. Tancmar Van Straten wilde hen volgen; maar Ingelram Van Eessen, die nu met vijf of zes man toeschoot, gaf hem eenen wreeden zwaardslag. Met geopenden schouder viel de hofraadsheer levenloos in zijn bloed ten gronde .

"Het schijnt, mher Tancmar", zeide hij, "dat gij de Kerels bij mij hebt gelasterd, of ten minste hunne ondeugden zeer hebt overdreven. Uw heer graaf meent dat een bijzonder gevoel van haat u verblindt." "Geliefde mijn heer graaf het mij toe te laten", antwoordde de hofraadsheer op eerbiedvollen toon, "dan zou ik durven beweren dat zijne al te groote goedhartigheid hem verblindt.

Segher Wulf en andere ridders naderden tot de plaats waar Tancmar stond, om de reden van dien twist te vernemen. Hier hoorde mher Wulf met verontwaardiging dat de zoon van den hofraadsheer driftig zeide: "Zij zullen den balfaart betalen: elk jaar eenen denier, vier deniers bij hun huwelijk, en vier deniers bij hunnen dood of het beste hoofd ten voordeele des graven!"

"En is het waar, heer graaf, zooals uw hofraadsheer mij zeide, dat zij weigeren u eenige schatting te betalen?"

"Ik heb nu geenen tijd", mompelde Rijkaard ontevreden. "Verzoek hem na den middag te willen wederkeeren." De knaap trok de schouders op, als wilde hij betuigen dat zulke boodschap moeilijk was. "Wie is dan deze ontijdige bezoeker?" vroeg zijn meester. "De hofraadsheer Tancmar Van Straten", was het antwoord. Mher Rijkaard stond met verrassing op. "Tancmar? 's Graven raadsheer?" herhaalde hij.

Dat grove dorpers, onbeschaafde lieden zich aan zulk verbreken plichtig maken, dit laat zich eenigszins begrijpen; maar ridders, mannen van edelen bloede!... Nu, welke is de reden van den twist die tot in het diepste van ons paleis onze ooren heeft getroffen?" "Gelieft onze genadige heer graaf mij het woord te verleenen?" vroeg Tancmar. "Dat onze hofraadsheer spreke!" zeide de vorst.

Rambold Tancmar hield daarop eene tegenrede; de proost van St-Donaas antwoordde hem eene tweede maal; de hofraadsheer poogde nog van tijd tot tijd door eene onderbreking zijnen neef behulpzaam te zijn; ook Burchard riep nog twee- of driemaal dat de Tancmars wetens en willens logen; maar al deze pleitredenen en woordenwisselingen brachten niets nieuws aan den dag, en lieten de zaak zooals zij zich van den beginne had voorgedaan.

Burchard Knap is genaderd en heeft hem met eenen enkelen slag het hoofd gekloofd. Ingelram Van Eessen heeft den hofraadsheer Tancmar den schouder afgehakt; Isaac Van Eeninghe heeft den hofbottelier bij de poort der kerk vermoord...." "IJselijk, ijselijk!" morde Robrecht, de handen met wanhoop wringende. "Kent gij niet mher Disdir Vos?" vroeg hij. "Zeker, heer, ik ken hem wel."

"Het is te Rijssel dat het verbreken van onze huwelijksbelofte werd besloten, en het is de hofraadsheer Tancmar met de Isegrims van 's graven gevolg, die Placida's vader er toe hebben overgehaald. Hoe het zij, ooms, nu het lot mij de vrijheid heeft teruggeschonken, moet ik het u verklaren: ik bemin Dakerlia Wulf, en geene andere vrouw op aarde wordt ooit mijne bruid!"

"Het hof late mij toe eenige woorden tot terechtwijzing te spreken", zeide de hofraadsheer Tancmar. "Zeker, hadde mijn neef Rambold de voeten van mher Burchards lieden afgesneden zonder daartoe uitgedaagd te zijn geworden, het ware eene onmenschelijke wreedheid en eene helsche spot geweest, zooals de heer proost zegt.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek