Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
Segher Wulf en andere ridders naderden tot de plaats waar Tancmar stond, om de reden van dien twist te vernemen. Hier hoorde mher Wulf met verontwaardiging dat de zoon van den hofraadsheer driftig zeide: "Zij zullen den balfaart betalen: elk jaar eenen denier, vier deniers bij hun huwelijk, en vier deniers bij hunnen dood of het beste hoofd ten voordeele des graven!"
Toen de misse eenigszins gevorderd was en graaf Karel met luider stemme den pater opzeide, verliet Tancmar Van Straten het gestoelte, haalde eene zijden beurs uit zijne tasch en legde, volgens de dagelijksche gewoonte, eene handvol deniers op het rustbord van 's vorsten knielbank.
Ik kon de drie deniers wel laten schieten en ze verliezen, maar dit is de zaak niet; het moet uitkomen: ieder 't zijne, dan heeft de duivel niets! Nog eens gerekend!»
Hij telde zijn winst en vond meer goud dan zilver, want er waren minstens driehonderd karolussen. Hij zag een verdroogden laurier in een bloempot staan, trok de plant bij den kop uit den pot en legde zijn goud onder de aarde. En al de halve guldens, oortjes, deniers spreidde hij uit op de tafel. De deken trad de taveerne binnen en kwam boven bij Uilenspiegel.
In tusschentijd was de ongelukkige vader bezig met het bloed te stelpen, dat hem van het aangezicht leekte. Eene maand later, op eenen Zaterdag, zat vader Van Roosemael in zijne achterkamer rekeningen uit een groot boek te schrijven; sedert meer dan een uur zocht hij met hardnekkigheid naar de drie /deniers/, die hem bij elke optelling ontsnapten.
De broeder, die niet preekte, rammelde met den schotel. Guldens, dukaten, lammeren, oortjes, stuivers en deniers vielen er in als hagelsteenen. Klaas, die nu geld had, betaalde een gulden voor tienduizend jaar aflaat. De monniken gaven hem daarvoor een stuksken perkament.
Zijn voorhoofd glom met het vuur der drift, en zijne hersens waren reeds duizelig geworden, toen hij met wanhoop uitriep: «Wel, wel, is dat zoeken! Al die posten, op de vingeren geteld, maken toch vijf en zestig guldens, acht stuivers en vijf deniers; en op dit schelmachtig papier kan ik slechts twee deniers krijgen!
Op dit oogenblik, dat Van Roosemael inderdaad opnieuw zijne drie deniers begon na te jagen, ging de deur der kamer open, en een man trad vreesachtig binnen; de winkelier sprong met verbaasdheid van zijnen stoel op en bezag den inkomende met stijve aandacht, doch zonder spreken.
«Zeshonderd gulden, zegt gij? Hollandsche guldens?» «Neen, Brabantsche. Ik ben veel meer schuldig geweest; maar toen mijn huis verkocht werd, is ieder zoo al met een stuk er van gaan loopen.» «Zeshonderd guldens Brabantsch, zonder stuivers of deniers?» «Zestien stuivers, zeven deniers. Gij ziet, dat ik mijne rekening van buiten weet.»
"Ten tweede. Al zulke mannen der kroon zullen in handen der ontvangers onzer burgen en kasteleinen den tol, gezegd balfaart, betalen, dit is een denier jaarlijks, vier deniers op den dag van hun huwelijk en vier deniers bij hun afsterven, of anders het beste hoofd ter keuze des heeren. Ten derde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek