Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juni 2025


Ik wensch uit den grond des harten, en Peternelle insgelijks, Willem, dat uw oom u vriendelijk ontvange en genegenheid voor u gevoele. Daartoe is het noodig, dat gij niets doet, dat hem kunne mishagen of bedroeven. Spreek in zijne tegenwoordigheid niet van de hesp, laat hem niet verdenken, dat gij hier zwijnenvleesch hebt gevonden, en bovenal niet, dat gij er hebt van gegeten." "Hoe?

Gedoog, dat aan die sneeuw mijn wang zich koele, En dat mijn lippen ’t warme dons beroeren, En dat ik dan nog eens mijn straf gevoele! Gij weet, die straf, toen ik mij liet vervoeren, En in het kussen uwer hand volhardde, Toen gij met de andre door mijn lokken warde’.

Wat wist gij van hem, dat gij zoudt kunnen verraden?... maar vergeef mij, Mijnheer, ik spreek als een onverstandig meisje over zaken, waarover het zwijgen mij beter voegde. Erger u niet over de woorden, die ik mij ontvallen liet: de zonderlinge, de valsche toestand, waarin wij ons bevinden, vergunt mij niet, u duidelijker uit te leggen wat ik meene en gevoele.

Kies uit uwe kostumes er een waar de uwe het sterkste in uitkomt, en ik geloof, dat gij er even gracieus als interessant zult uitzien." "En ik ben zeker, dat het juist andersom zou zijn; gij hebt mij gezien in het kleed, waarin ik mij het meest mij zelve gevoele, en herinner u welk eene figuur ik in uwe oogen heb gemaakt!" "Neen, dat rekent niet meê, gij hadt u toen zoo toegetakeld...."

"Hm! hm! zoo gauw niet!" zeide Reede: "zoo zijt gij vrouwen altijd! van 't eene uiterste in 't andere. Straks schriktet ge er van, toen ik het binnenbracht, en nu wilt ge het kind als zoon aannemen! Doch daarover later! Ik zal er intusschen nog eens over schrijven aan den Spaanschen Grootmeester, hoe weinig trek ik er toe gevoele.

Ver gingen de kruisen, wit en rood, langs de blonde wegen, en overal sloegen de molens lijk de priesters kruisen over 't veld, en ginder wapperde de wind een boerenmeid haar rokken omhoog. De zon tuimelde ineens door de wolken en dat gaf een taal aan al de koleuren des velds, dat alles sprak en juichte! "De kruise late elle al gevoele!" riep Pallieter....

»Ik weet wel," hervatte hij met zekere bitterheid, terwijl hij zich van haar afwendde en tegen het snijwerk van een der hoog gerugde fauteuils leunen ging, »dit is een ongepast salonpraatje en ik vrees wel dat ik u verveel en dat gij mij uitlacht. Het strijdt niet met den goeden toon alle mogelijke zaken en personen te hekelen en te belasteren, mits men het wat aardig weet te doen. Het is zelfs geoorloofd alle mogelijke zaken en personen te verheerlijken, in plaats van ze te laken; men is waarlijk vrij in alles, behalve dat ééne te doen waarvoor men eigenlijk geschapen is: God te verheerlijken, Hem alleen alle eere te geven en Hem te prijzen in Zijne werken, ook in het werk dat Hij ons te verrichten geeft, dat.... dat wordt uitzinnigheid geacht, dat is in volkomen disharmonie met hetgene men den conversatietoon noemt bij uitnemendheid, en ik heb vermoedelijk in uwe oogen daartegen grootelijks gezondigd; wil mij verschoonen, ik kan niet anders dan mij zelf zijn, de vijl der beschaving heeft wel zoo wat mijne scherpste kanten, mijne ruwste vormen gepolijst, maar ik heb mijn binnenste heiligdom tegen slijpen en vernissen weten te veiligen, en uit die diepte weerklinken soms tonen, in schreeuwend contrast met den wereldtoon. Hoe meer ik mij zelf gevoele en met fierheid inzie wat er van mij geworden is, zooveel te dieper voele ik wie mij geleid heeft en gedragen en schraagt tot op dezen oogenblik, en luider trilt er dan een psalmtoon in mijn hart, die mij onwillekeurig van de lippen vloeit. Houd mij daarom niet voor een dweper of een huichelaar. Ik ben, Godlof! geen van beiden. Om te mijmeren en te dwepen is mijn kamp iederen dag opnieuw met het leven, met de werkelijkheid, onder iederen vorm, veel te zwaar, en wat de huichelarij betreft, ik heb daarvan door de indrukken mijner kindsheid zulk een onverwinlijken afschuw gekregen, dat ik daaruit de vrees der wereldlingen verklaren en verontschuldigen kan, die van deze dingen liever zwijgen, omdat zij er toch niet uit de volheid des harten van kunnen getuigen en de consciëntie hun zegt, dat alle halfheid hier leugen is. Huichelarij is, naar mijn gevoelen, de ergste soort van atheïsme, want het k

Schep tonen, waar de ziel in huppelt tot Gods eer! Of, Dichtkunst, wees my ziel; geen Dicht- geen Zangkunst meer! Gevoele ik slechts door U! beveel, doordring mijn zinnen! Voer, voer my d' afgrond door en hoogste hemeltinnen, Waar de aadlaar van het zwerk de wieken druipt, en geef Den Zanger vleugelen waarop hy zeker zweef; Of, valt hy, laat zijn val die Almacbt niet onteeren, Wier wraak hy zingt!

Woord Van De Dag

zingenden

Anderen Op Zoek