United States or Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar Adil Effendi is héél sceptisch geworden, sinds hij werkt in de Engelsche Regeering. Het gaat de Mohammedaansche jeugd, zooals de Joodsche: een tikje materialistisch, een tikje ijdel, een tikje genotzuchtig. Daarnaast heeft de Joodsche jeugd toch meer nationalistisch idealisme voor het land en de taal. Donkere bronnen. Wie ontsluit ze te juister tijd!

Verschrikt deed hij een stap achteruit. Effendi! riep hij uit. Is 't niet zoo? Neen, gij ziet mij toch niet voor een giftmenger aan! Heb ik dat gezegd? Gij hebt u misschien wel vergist, en het rottekruid voor suiker aangezien. Neen, neen! Uw oog bedriegt u. Ik ben in 't geheel niet in de keuken geweest. Maar ik zie u er toch, en mijn oog liegt niet. Neen, gij vergist u.

Ja zeker! Nu, waarheen dan? Boven aan de borst, links. Heb ik u echter verteld, waar ik het stuk heb uitgescheurd? Neen, Effendi. Nu, precies op dezelfde plaats die hij heeft aangewezen. Hoe weet hij dat? De man keek mij verbaasd aan, en vroeg: Effendi, zijt gij misschien een hoofd van de politie? Waarom vraagt gij dat?

Kunt gij mij misschien ook raad geven? Ik heb gehoord dat gij een Effendi zijt die groote reizen heeft gemaakt, misschien hebt gij wel eens gezien hoe een kleermaker dat doet. Ge moet mij niet kwalijk nemen, maar ik verdenk uw grootvader sterk. Och, doe dat niet, als 't u blieft. Mijn grootvader Allah zij met hem was een vroom Moslem en een getrouw onderdaan van den Padischa.

De bode beschreef u zoo nauwkeurig, dat geen vergissing haast mogelijk was en ging toen heen. Geen kwartier later kwaamt gij. En wien meendet gij te zien? Een Scheriff. Ik kon niet vermoeden dat gij de vreemde Effendi waart, die zou worden vermoord. En hebt gij ook ons gesprek beluisterd? Neen, want uw persoon leek mij niet van voldoende gewicht.

Maar ik heb er voor gezorgd dat die dertig groetenissen minstens evengoed in zijn geheugen zullen zijn geprent als vijftig. Zijt gij 't met mij eens, Effendi? Ditmaal, ja! Ik wilde dat het noodlot mij eens meer zoo gunstig was, als het zulke schelmen betreft. Er zijn er nog verscheidene anderen, die ik ook nog wel gaarne eens de keus tusschen dertig of vijftig zou willen laten.

Neen, Effendi hij zal slim genoeg zijn, om ons op een dwaalspoor te leiden. En wij zullen ons door hem niet op een dwaalspoor laten brengen. Gij moet bedenken, dat zijn voeten hem ontzettend pijn doen. Hij houdt ze wel in de stijgbeugels en behoeft ze niet in te spannen; maar het rijden schudt en schokt ze toch onophoudelijk.

En de voorsteden wijd uitgeblokt. En dan ineens niets meer. Ver, ver, de heuvelen. Maar geen andere huizen, steden en dorpen. Zooals rondom Amsterdam, dat ook een mooie stad is. Langs het Engelsche hoofdkwartier. O.E.T.A. noemen wij dat hier. En het Arabische dorp Tur. Saïd Effendi. Hartelijk welkom. O, zij zijn al wat moderner Mohammedanen. Daarom word ik ook voorgesteld aan zijn zuster.

Weet u dat? Hij heeft het gezegd tegen onze vrienden, die ons hebben willen laten doodhongeren. Ik vertelde nu wat er gebeurd was, maar zei niet, dat ik het geweer had vernageld. Ik hield intusschen het oog aldoor op den kleermaker gevestigd. Hij trok een oprecht verwonderd gezicht, en zeide ten leste: Effendi, wat zijn dat voor mannen? Zijn er dan waarlijk zulke goddelooze menschen?

Wij dalen weer draaiend: "Over de tweehonderd treden," zegt de kleine Chalil: "ik ga te paard. De geheele familie zal gekomen zijn." Wij rijden terug, in het mooie wagentje, dat nummer 18 heeft. Want Saïd Effendi wil niet, dat het mooie Arabisch-Circassische jongetje thuis is, wanneer hij weer naar Hebron gaat voor langen tijd. Het jongetje en zijn tante gaan dus mee naar Jeruzalem.