United States or Eritrea ? Vote for the TOP Country of the Week !


De gezichten betrokken. Mijn ernst maakte zichtbaren indruk. Zij staken, bezorgd over het verbeuren der smullerij, de hoofden bij elkaar. De politieman stond als een arme zondaar te kijken. De Kiaja, die dicht bij mij was, meende dat hij het voor zijn onderhoorigen moest opnemen, maar zonder te erkennen dat ik bedrogen en belogen was. Hij zeide alzoo: Effendi, wat gij denkt, is absoluut onwaar!

Een oogenblik lang trokken zij samen, zoodat zich aan de hoeken kleine plooitjes vormden. Daarna keken zij onverschillig rond. Hij groette en boog als iemand die beleefd wil zijn, maar allerminst zijn besef van hoogheid prijs wil geven, en vroeg: Zijt gij de Effendi, die mij wenschte te spreken? Ja. Neem mij niet kwalijk, dat ik u stoor, en ga zitten. Neem mij niet kwalijk, dat ik blijf staan.

De waard vroeg mij naar de constructie er van, en ik legde hem uit, hoe ik vijfentwintig schoten kon doen, zonder op nieuw te herladen. In deze verklaring werd ik gestoord door een uitroep van Osko, die mij schrikken deed. Effendi! Om Allah's wil! Help! riep hij met grooten schrik. Ik keek naar hem om. Hij wees naar het venster.

Onze gastheer boog, zonder op te staan en zeide: Zijt mij welkom, groote Effendi! Allah zegene uw ingang in mijn huis en doe u vele dagen bij mij blijven! Laat u naast mij nederzetten. Uw volgelingen zullen, hier voor ons, uitrusten van hun vermoeienis. Men zette mij naast hem neer en de drie namen tegenover ons plaats.

Ach Heer, maar dat is toch heelemaal geen wonder, want gij schijnt degeen te zijn, waarvan ik denk dat hij degeen is, van wien O Allah, gij hebt groot gelijk. Ik ben heelemaal in de war, maar die gelijkenis is dan ook al te groot. Op wien gelijk ik dan zoo? Op een dooden Effendi! Zoo, en wanneer is die gestorven? Vandaag... onderweg.

Ik zal dat wel nooit meer zien, en ik heb ook geen geld genoeg om een ander te koopen, ofschoon ik het hard noodig heb. Hoeveel was het waard? vroeg ik hem. Onder broeders, honderdvijftig piasters. Dan zal ik het van u koopen! Van mij koopen? vroeg hij verwonderd. Effendi is dat u ernst? Waarom dan niet? Omdat ik het paard niet heb! Dat doet er niet toe! Ik zal het zelf wel halen! Waar dan?

Zelden zag ik zulk een wandelende vetklomp in menschelijke gedaante. Zijne buitengewone corpulentie verhindert den effendi, op oostersche manier, dat wil zeggen met de beenen onder het lijf gevouwen, op kussens neergehurkt, te eten. Wordt hij ergens ter maaltijd genoodigd, dan zendt hij vooraf eene diep uitgeholde tafel, waaraan hij zich neerzet, en waarin zijn majestueuse buik juist past.

Effendi, Allah is met u geweest, anders hadt gij het onderspit moeten delven. Zeer zeker! Maar ga voort. De bode zeide hun, dat zij niet op hun geweren en pistolen moesten rekenen, want dat gij kogelvrij waart. Toen lachten zij hem in zijn gezicht uit. Toen hij hun echter precies vertelde wat er gebeurd was, werden zij bedaarder en geloofden eindelijk dat gij inderdaad kogelvrij zijt!

Nu weten de schurken, dat zij het best doen met te vluchten, en opdat wij hun niet zouden hinderen, moeten die twee ons hier binnen houden, onderwijl de anderen alles voor een snelle vlucht gereed maken. Dat hebt gij, mijns inziens, goed geraden, Effendi; maar zullen wij ze maar zoo ongehinderd laten wegtrekken?

Wij kunnen dus naar hartelust op u schieten. Ja, wanneer gij tenminste zelf uw leven moede zijt. Hoezoo? Ik begrijp daar niets van. Wel, gij moet oppassen; want men schiet maar niet op een onzer, zonder vooraf vergunning te hebben gevraagd. Waarom niet, Effendi? Wanneer wij er verlof toe geven, kan het zonder eenig gevaar geschieden.