Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


Niet een ieder vereer ik met mijn verhalen, maar omdat mijn vriend en Heer, de Hadschi Effendi Kara Ben Nemsi Emir het wenscht, daarom zal ik verhalen, maar verlang ook dat gij met opmerkzaamheid mij aanhooren zult. Dat alles kwam er zoo rustig uit, alsof hij er zelf bij was geweest toen de veronderstelde stamvader met Abram zijn watermeloenen at!

Vol onrustige gedachten zocht hij zijn eenvoudig bed op. Den volgenden morgen werd Li voor den zelfden officier gebracht, die hem tevoren in verhoor had genomen, en die zich nu bekend maakte als generaal Iradin Effendi, gouverneur der vesting Midia.

Hij heeft mij een bizondere kracht geschonken die mij altijd behoedt, zoodat geen vijand mij kan overwinnen. Zijn nieuwsgierigheid was terstond opgewekt. Wat is dat, Heer? vroeg hij gluiperig. Iets in mijn oogen. Iets in uw oogen! Hoezoo? Kijk mij eens flink met opgeslagen oogen aan. Hij deed het. Welnu, bemerkt gij nog niets? Neen, Effendi. Is er niets in mijn oogen dat u opvalt?

Ik werd hier verwelkomd door den heer Craemer, drogman aan het Consulaat, een echte Hollander, die de vriendelijkheid had aan de boot tegenwoordig te zijn. Hij werd vergezeld door een Turk Ibrahim effendi, kavasj van het consulaat, die een groot vriend van ons werd.

Dat is niet zoo, Effendi! Hebt gij dan niet op hun paarden gepast? Ja, maar wij hebben den ganschen nacht in den regen gestaan en wij verwachtten een fooi; toen de mannen echter weggingen, waren zij ontzettend boos en beloonden ons met eenige geduchte klappen. Wanneer zijn ze weggereden? Toen het even begon te schemeren. In wat richting? Zij volgden den Uskuber straatweg.

De bisschop was een heilig man, en toen hij bij het lijk kwam, begon het vleesch zich aanstonds te ontbinden, maar de beenderen bleven zwart; en dat is niet natuurlijk, effendi; en de schedel, dien gij daar in de hand hebt, is van een bezetene." Toen wij des avonds onze ontmoeting aan den logotheet verhaalden, antwoordde hij droogjes: "Dat is waar."

Er ontstond een gemompel. Men zocht een man, en eindelijk trad er een naar voren met het geweer in de hand. Is uw geweer geladen? vroeg ik hem hard op. Ja, Effendi! antwoordde hij. Hebt gij nog meer kogels bij u? Neen, Heer! Dat doet er niet toe. Ik zal u dan de mijne geven. Maar eerst moet gij ons bewijzen, dat gij een goed schutter zijt. Ziet gij die nieuwe plank daar in het schuurtje?

Die herhaalde vervloeking bewees mij echter dat ik mij niet vergiste. Effendi, bracht Habulam in, wat gij zegt, klinkt allemaal heel mooi, en ik mag lijden, dat gij den juisten weg opgaat, maar ik voor mij, geloof het niet. Laten wij liever over wat anders praten! Wilt gij dat vergift en de overblijfselen van dien eierkoek werkelijk mee naar Uskub nemen?

Daarom waarschuwde Halef hem: Maar ik zeg u, telkens als gij, naar mijn oordeel te zacht slaat, krijgt gij er een met mijn zweep. Doe dus uw uiterste best! Osko, vraag de zweep van den Effendi en ga aan de andere zijde van dezen al te zachtzinnigen man staan! Zoodra ik mijn Kurbatsche op hem laat neerdalen, doet gij hetzelfde met de uwe. Dat zal hem opwekken, om onze tevredenheid gaande te houden.

Ik ben niet de man, die met zich laat spotten. Ik geef te Uskub het vergift met de brokken aan den politie-apotheker. Ik wil aan de armen nog honderd piasters geven, Effendi. En al boodt gij er mij duizend, ik ging er niet op in. Ik bid u, denk eens na, of er werkelijk niets is, dat u zou kunnen bewegen om van uw voornemen af te zien. Hm! bromde ik, alsof ik mij bezon. Dat gaf hem hoop.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek