United States or Solomon Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nu, en wat denkt gij daarvan? vroeg ik. Effendi, er bestaat tweeërlei tooverij. Bij de een is de hulp van Allah noodig, en bij de andere de hulp van den duivel. Gij hebt ook tooveren geleerd, maar Allah helpt u. Ik antwoordde hem: Meent gij inderdaad dat de Almachtige door enkele woorden, teekenen of ceremonieën van een zijner zwakke schepsels, gedwongen zou kunnen worden, hem ter wille te zijn?

Neen, zegt mijn vriend Adil Effendi, peinzend in de schemering: "ik geloof nog wel aan Allah, maar niet aan al die andere verhalen. En ik geloof, dat mijn broer, Subhi Effendi, ook niet meer aan Allah gelooft." Hij smookt zijn sigaretje tusschen spitse lippen en hij tipt asch met een fijnen vinger.

Effendi, waarom zou ik van gezindheid jegens u veranderen? Gij hebt mij niet alleen geen kwaad gedaan, maar genezing aangebracht. Gij zijt mijn vriend en ik de uwe. Zoo is het en daarom heeft het mij zoo gespeten dat ik onzen maaltijd niet met u heb kunnen deelen. Gij zult echter van ons niet zeggen, dat wij de wetten der beleefdheid en der vriendschap niet kennen.

Hij greep, zonder daarin verhinderd te worden, in Habulams zak en haalde er het peperhuis uit. Welnu, Habulam, zeide ik, wie heeft gelijk? Gij, Effendi, stamelde hij. Maar, bij Allah! ik weet niet hoe dit peperhuis in mijn zak gekomen is. Dat moet de een of ander gedaan hebben om mij in het verderf te storten. Zoudt gij mij willen verplichten dat te gelooven?

Welnu dan: over een uur kunt gij den draagstoel laten halen en gaat gij er het dorp mee uit. Ik wacht u daar buiten, want het is beter dat men ons niet samen ziet. Hij ging naar het zonneblind, dat op de binnenplaats uitzicht gaf en riep den waard, wien hij zeide: Ik heb met dezen Effendi zaken. Over een uur zal hij van hier gaan, en u misschien door mij een boodschap zenden.

Er is iets, dat Saïd Effendi hindert. Ik zie het. Natuurlijk komt het niet te pas, hem zonder meer, daarnaar te vragen. Maar het is niet ongepast, wanneer ik hem de gelegenheid geef, het mij te zeggen. Ik vraag en zeg dus héél voorzichtig. En hij antwoordt: Ja, hij heeft een droeve zaak.

Dat loopt met bijlen en weet er niet mee om te gaan. En wat zegt gij van die eenvoudige manier om iemand gevangen te nemen? Hadt gij al eens gezien, hoe men een ruiter, met een riem van zijn paard haalt? Nog nooit! Dat wil ik wel gelooven. Gij hebt trouwens nog zoo veel, nog zoo oneindig veel niet gezien van wat wij weten en kunnen. Wat zou de Shoet tegen onzen Effendi vermogen?

Hij laat getuigschriften zien van Engelsche generaals. Mooi, ? Hij kan het wel niet lezen. Maar Adil Effendi wil het zeker nog wel eens vertalen. Hij heeft ook mooie geschenken gekregen van de Engelschen. Natuurlijk heeft hij hun fraaie geschenken teruggeven. Hij vertelt ons precies de waarde van hun geschenken en van zijne geschenken. Hij heeft er niet op verdiend. Maar Allah is groot.

Mijn Effendi zou het mij niet toegestaan hebben, maar ik zweer het u bij den baard van den Profeet, dat de zon van uw leven zou ondergegaan zijn, voor ik dit huis had verlaten! Ge bekent dus uw schuld? Ja. Dan zult gij ook de straf ondergaan, die wij u opleggen. Effendi, hoeveel slagen moet hij hebben? vroeg Halef. Honderd, antwoordde ik. Honderd! kreunde de oude. Dat overleef ik niet!

Dit is Humun, de lijfknecht van den Heer, zeide de kleermaker. Aha, daar hadden wij al terstond den man, voor wien wij op onze hoede moesten zijn! Hij maakte voor mij een diepe buiging en wees op twee pootige knapen, die achter hem stonden, zeggende: Effendi, mijn Heer betreurt het zeer dat gij niet kunt loopen. Daarom gaf hij bevel dat deze mannen u naar hem toe zouden dragen.