United States or Guatemala ? Vote for the TOP Country of the Week !


En Uilenspiegel was verwonderd dat hij, als hij 's nachts bij toeval wakker werd, hoorde kloppen met een hamer. En hij mocht nog zoo vroeg opstaan, Simon Praet was altijd vóór hem op, en droever was zijn gelaat, en somberder zijne blikken, als iemand die bereid is tot sterven of strijden. Somtijds, bij een zucht, vouwde Praet de handen biddend te zamen en scheen hij vol verontweerdiging.

Ze herdacht wel het vierkante huis ginder en hare ouders achter het hekken, maar vond het dan bij Ameye veel droever een woonste zonder heerd en altijd zonder geruchte. Hij bleef staan. Ze begreep niet waarom hij zoo aarzelend deed, waarom een groeve boven zijne oogen zichtbaar werd ten teeken van pijnlijk gemijmer. Ze praamde hem om door te stappen. 't Wordt noene straks. Ja.

Hij vervolgde haar; wat zoû hij haar doen? ... Dikwijls keek Mathilde in deze dagen weêr naar het portret van haar moeder, droever en bleeker elken dag. De straffe rimpels van de neusvleugels tot de mondhoeken prentten zich dieper in het gezicht van de vroeg gestorvene.

Er zijn in de wereld dikwijls zeer treurige dingen, die, als wij ze zien, ons in somber gepeins doen vervallen; ik ken er geen droever en onaangenamer dan de deur van een gevangenis; dit maakt ons koud om het harte, meer nog dan de ingang van een grafkelder; de dooden, waarop een steen rust, gevoelen dien niet; de gevangenen zijn levend begraven.

61 en zeiden: ""Vader, veel minder wierd onze smart, als gij van ons at: gij bekleeddet ons met dit ellendige vleesch, berooi gij ons ook daarvan."" 64 Ik hield mij toen stil, om hem niet droever te maken; dien dag en den volgenden bleven we gansch verstomd; wee, harde aarde, waarom opendet ge u niet?

Is het de waterval? 't Is iets veel droever, zoeter dan dat al. Wij zijn 't die van de oudste tijden Teer beschermen en geleiden 't Menschdom dat de Goôn doen lijden.

Zoodra Lize dat hoorde, ging zij tegenover mij staan en terwijl zij mij strak aanzag, bewoog zij hare lippen, alsof zij mijne woorden herhaalde; toen mijn lied droever werd, ging zij eenige passen achteruit en bij het laatste couplet viel zij snikkend in haar vaders armen. Genoeg, zeide deze. Hoe dwaas! riep haar broeder Benjamin, om eerst te dansen en dan te huilen. Niet zoo dwaas als gij!

Beklaag uw zuster, bid voor haar ziel, en strijd voor de vrijheid des Vaderlands: het nijdige graf geeft zijn doden voor geen bloed terug." "Mijn broeders," viel Robrecht in, "gelieft mij te volgen. Wij gaan uw nicht Machteld bezoeken, zij is niet ver van hier. Ik zal u onderweg nog droever dingen verhalen. Doet uw dienaren hier wachten."

Dertig jaar oud, trekt hij naar Parijs, haast even vol illusies en stoute, onbestemde droomen als hij voor veertien jaar naar Turijn was getrokken, een weinigje wijzer en meer dan een weinigje droever, iets vaster in zich zelven, maar nog altijd werkelijkheid niet onderscheidend van droomen, nog ongepantserd, en teer van hart.

Ic waende mijn here de coninc, Edel wijf, hadde ghesijn mijn vader, Ende ghi mijn suster, dat wendic al gader Ende beide gheweest van enen bloede, Ay! mi es nu alsoe wee te moede! Bi minen gode Tervogan, Ic ben wel die druefste man, Die nie ter werelt lijf ontfinc. Ay mi! benic dan een vondelinc, Op erde nie droever man en waert. Ic waende sijn van hogher aert, Maer mi dunct ic ben een vont.