Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 juli 2025


TAMORA. Waarom heb ik 't geduld om dit te dragen? DEMETRIUS. Wat, waarde keizerin, doorluchte moeder, Hoe ziet uw hoogheid zoo ontdaan en bleek? TAMORA. Heb ik geen reden, denkt ge, om bleek te zien? Die twee daar hebben mij hierheen gelokt; Gij ziet, het is een woest, afschuwlijk dal, De boomen, trots den zomer, schraal, ontblaard, Geheel met mos bedekt en boozen mistel.

PHILOSTRATUS. 't Is, heer, een stuk, nauw twintig woorden lang, En dus zoo kort, als ik er een maar ken; Maar twintig woorden is het ruim te lang, En dus gerekt; in 't gansche stuk toch is Geen woord naar eisch, geen speler op zijn plaats. Een treurspel is het ook, doorluchte heer, Want Pyramus steekt er zichzelf in dood.

En zoo is het ook. Die vreemdeling, die op de plaats van eere gaat, is niet slechts een Toskaner, maar een Florentijner, en niet slechts een Florentijner, maar een zoon uit het doorluchte Huis van Medicis, die de groote wereldstad bezoeken en kennis komt maken met de rijkdommen en merkwaardigheden, waardoor zij zich op dit tijdstip wij tellen nu 1667 boven alle andere van Europa onderscheidt.

Zoo zal het, hoop ik, geschieden, dat het noch u berouwt mij dien weldaad te hebben bewezen, noch ik mij schaam haar te hebben aangenomen. Moge daarbij God helpen, de onuitputtelijke bron van al het goede. Van Hem bid ik ook u, zeer doorluchte leidslieden der Akademie, een bestendigen overvloed aan alle mogelijke heil en onbevlekt geluk van ganscher harte toe.

De Medicis, dien wij daar voor ons zien, is Kosmo III, zoon van den Groothertog Fernando, en de heeren, die aan weerszijden van hem wandelen, zijn de Burgemeester Andries De Graeff, die van de reizen, welke hij, op 't voorbeeld der meeste jongelieden van goeden huize, in de dagen zijner jeugd naar Frankrijk en Italië deed, zooveel van de taal van Petrarca onthouden heeft, dat hij zich nog verstaanbaar daarin kan uitdrukken en de Heer Albertus Benzi, de voorname Amsterdamsche koopman, die, Italiaan van afkomst, groote zaken doet met zijne stamgenooten, de belangen van de Medicissen en andere doorluchte Florentijnsche geslachten te Amsterdam waarneemt, en thans den Prins tot gids en tolk verstrekt.

ALLE GOTHEN. Wat hij zegt, allen zeggen wij 't met hem. LUCIUS. Ik dank hem need'rig en ik dank u allen. Doch wie is 't, dien een kloeke Goth daar brengt? TWEEDE GOTH. Doorluchte Lucius, ik zwierf af van 't leger, Om een vervallen klooster te bezien; En toen ik op het halfvernield gebouw Mijn oog aandachtig vestte, hoorde ik eensklaps Daar onder 't muurwerk 't schreeuwen van een kind.

D' eeuwige eer van Loteringen, Die 't gehoor verlekkren kon Op zijn klokspijs, en zijn nooten, Ons zoo kunstrijk toegegoten. 't Lust ons op de klokketoon, Ons doorluchte torentranssen, Eenen klokkedans te danssen. Cybelé behaelt geen prijs Door geschal van keteltrommen, Nu de torentransen brommen Met een liefelijker wijs, Dan haer dolle Korijbanten.

En dit zal eens de triomf van Gods glorie zijn, dat de doorluchte dag wel toeft, maar nochtans gewisselijk komt, waarin God de Heere het rijk zijner heerlijkheid hebben zal in een schare, die niemand tellen kan, die van den eerste tot den laatste toe niets meer zullen willen noch anders kunnen zijn, dan éene offerande Gode in heel hun wezen en bestaan.

ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Zij sloot, doorluchte vorst, het huis voor mij, Terwijl zij binnen met schavuiten braste. 205 HERTOG. Een zwaar vergrijp! Zeg, vrouwe, deedt ge aldus? ADRIANA. Neen, eed'le vorst; hijzelf, ik en mijn zuster, Wij aten samen thuis. God straff' mijn ziel, Als hij mij daar niet gruwlijk valsch beticht.

Woord Van De Dag

galoppeer

Anderen Op Zoek