United States or Bangladesh ? Vote for the TOP Country of the Week !


"En dat hebben zij ook gedaan," zegt Benzi: "ginder," vervolgt hij, op den man wijzende, die bij de komst van 't gezelschap zich in een hoek der werkplaats begeven had, en daar in eerbiedige houding is blijven staan: "ginder staat onze puikdichter, die reeds meer dan een halve eeuw alles bezongen heeft wat Amsterdam goeds en grootsch opleverde en ook meester Dirck Van Rijswijk niet heeft vergeten."

"Ik heb twee van zijne tafels bezongen," antwoordt Vondel, "de eene, niet ongelijk aan degene, waar meester Dirck thans aan bezig is, en die tot een geschenk moest strekken aan wijlen den Directeur-Generaal Hulft; de andere van meer omvang, en het feestmaal der Goden voorstellende." "Die tienduizend gulden heeft gegolden," voegt Benzi er bij.

Gij moet dan gruwzaam rijk zijn, gij Heeren Amsterdammers." "Ik weet niet," verstout Benzi zich op te merken, "of uwe Doorluchtigheid hier wel te recht den tegenwoordigen tijd van 't werkwoord bracht. Die laatste Engelsche oorlog heeft ons vrij wat achteruitgezet." "Men kan 't niet merken," zegt de Prins, lachende: "en dan," vervolgt hij: "wat al kunstenaren in alle vakken!

"'t Is zooals Z. Doorluchtigheid te recht aanmerkt," zegt meesmuilende Benzi: "de materialen ontbreken hier: intusschen, Signor Filippo heeft nog niet alles gezien, wat er in Amsterdam te zien valt." "Neen, waarschijnlijk niet," zegt Kosmo: "doch waar gaan wij nu eigenlijk heen?" "Naar een winkel in de straat hier recht tegenover ons, zoo 't Uwe Doorluchtigheid goeddunkt," zegt De Graeff.

De Medicis, dien wij daar voor ons zien, is Kosmo III, zoon van den Groothertog Fernando, en de heeren, die aan weerszijden van hem wandelen, zijn de Burgemeester Andries De Graeff, die van de reizen, welke hij, op 't voorbeeld der meeste jongelieden van goeden huize, in de dagen zijner jeugd naar Frankrijk en Italië deed, zooveel van de taal van Petrarca onthouden heeft, dat hij zich nog verstaanbaar daarin kan uitdrukken en de Heer Albertus Benzi, de voorname Amsterdamsche koopman, die, Italiaan van afkomst, groote zaken doet met zijne stamgenooten, de belangen van de Medicissen en andere doorluchte Florentijnsche geslachten te Amsterdam waarneemt, en thans den Prins tot gids en tolk verstrekt.

"Het is gelukkig," zegt hij vervolgens, zich tot Filippo de Neri wendende, "dat gij met den Heer Benzi geene weddenschap hebt aangegaan over het al of niet bestaan van mozaïsten te Amsterdam: gij ziet nu, dat ook in dezen opzichte, Amsterdam niets aan Florence te benijden heeft."