Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juli 2025
ALLE GOTHEN. Wat hij zegt, allen zeggen wij 't met hem. LUCIUS. Ik dank hem need'rig en ik dank u allen. Doch wie is 't, dien een kloeke Goth daar brengt? TWEEDE GOTH. Doorluchte Lucius, ik zwierf af van 't leger, Om een vervallen klooster te bezien; En toen ik op het halfvernield gebouw Mijn oog aandachtig vestte, hoorde ik eensklaps Daar onder 't muurwerk 't schreeuwen van een kind.
43 Waarom ik de voeten vestte om hem op te nemen: en de zoete Gids hield met mij stand: en hij stemde er in toe dat ik een weinig achterwaarts ging. 46 en die gegeeselde meende door het aangezicht te neigen, zichzelven te verbergen, maar weinig baatte hem dit: zoodat ik zeide: "Gij die het oog op de aarde richt,
Dit gezegd hebbende, vestte hij op Aylva een doordringenden blik, om de uitwerking zijner woorden te zien. Zonder van zijn stuk gebracht te zijn, antwoordde de Olderman met waardigheid: "Graaf! het vrije volk van Friesland zou uwe Genade met welgevallen tot zijn beschermheer en bondgenoot aannemen: maar het ontvangt van niemand bevelen dan van den Keizer, zijn wettigen Heer.
De student Anselmus, wonderdadig gesterkt door deze klanken en schijnselen, vestte zijn gemoed en gedachte steeds meer op het opschrift van de perkamentrol en weldra gevoelde hij, als komende uit zijn eigen innerlijk, dat die teekens niets anders konden beduiden dan de woorden: „Over de verbintenis van den Salamander met de groene Slang.” Toen weerklonk krachtig een drievoudig accoord van heldere kristalklokjes. „Anselmus, lieve Anselmus” zuchtte het hem uit de bladeren tegen en wonderlijk! langs den stam van den palmboom wond zich de groene slang naar omlaag. „Serpentina, liefste Serpentina!” riep Anselmus in de vervoering der hoogste verrukking, want toen hij scherper toekeek, was het een lieftallig, heerlijk meisje, dat hem onder een aanzien met de donkerblauwe oogen, zooals zij in zijn gedachte-innerlijk leefden tegemoet zweefde.
En de vriendelijke man al vond hij het lied ook schoon, hij wilde het toch den vreemde wel toegeven: ja dat het vaderland voor de ziel toch eigenlijk in de eerste plaats, reeds de aarde moest zijn, en, dat het hijgen en zuchten naar een beter vaderland inderdaad ondankbaarheid aan den Schepper mocht heeten, aan Hem, die den hemel wel zeker reeds op aarde vestte voor hen die maar goed verstaan, dat de hemel der ziele is: DE VREDE VAN EEN REIN GEMOED.
Daar voelde het wijf de koude langs haren rug neervallen en den top van haren neus betintelen. Dan wierp ze 't deksel af en tord uit het warm bed in de koude. Hare handen zochten tastend naar kleeren en haastig band en vestte zij rokken en lijven aan en stroopte wollene kousen om hare beenen die bibberden.
De koortskoude was gevloden en een onbeschrijfelijk gevoel van welbehagen en voldoening doorstroomde haar. Zij moèst aan Anselmus denken en toen zij sterker en sterker haar gedachten op hem vestte, glimlachte hij haar vriendelijk tegen van uit den spiegel, die als een levend miniatuur-portret was.
Duisternis dus waar hij het oog vestte, en toch moest hij zich sterk betoonen, moest hij woorden van troost en bemoediging spreken. Maar, evenals Rachel, wilde Cilie niet vertroost worden, en hoe meer het oogenblik van afscheid naderde, hoe sterker het hartstochtelijke kind zich aan hem vastklemde, en hem bezwoer, bij haar te blijven, en haar niet aan den dood prijs te geven!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek