Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juli 2025


De stilte, die als een warm blanke doorzichtigheid over Mathilde hing, werd alleen verscheurd, een enkele maal, door de keukengeluiden van een steenen pan, door Jans op de marmeren rechtbank gezet of het bingebangerend ijzergerommel van het fornuis-opstoken, die door den wand heenbraken. Later op den dag, het was al Donderdag, werkten Mathildes hersens voort aan haar plan.

"Dat zal hij, lief kind, maar daar het nu nog geen donderdag is, zult gij eerst nog vier volle dagen uw hart kunnen ophalen aan elkanders bijzijn. Mijn persoon, dat weet gij, zal u daarbij niet in den weg staan. Ik neem morgen-ochtend vroeg de terugreis weder aan." "Daar protesteren wij tegen, mijnheer Kortenaer," riep Lydia met een lach.

Zij bleef als intieme huisvriendin met Van Raat en Betsy soupeeren. Morgen kom je toch, niet waar, Toos; morgenmiddag, om twee uur, komt de fotograaf! riep Marie. Het was dan Donderdag, maar Cateau zou niet naar school gaan, om uit te slapen, en om twee uur zou zij komen.

Het heeft zich helaas bevestigd, dat een matroos er zeer slecht aan toe is. Nogmaals moest nu de laatste wedkamp worden uitgesteld; maar toen hij Donderdag den 27sten plaats had, toen waren de oogen van inwoners en vreemdelingen vrij wat minder naar zee dan naar de landzij gekeerd.

"Wij vertrokken dus den 16den, des Zondagsmorgens vroeg, ten twee uren, en volgden tot aan den Hörnli denzelfden weg, waarlangs wij den vorigen Donderdag getogen waren. Van daar daalden wij rechts af, en klommen toen omhoog tusschen de spitsen en naalden van den gletscher van den Matterhorn.

«Morgen zullen we soep van je kokenzeide Hjalmar, en dit zeggende, werd hij wakker en lag in zijn bedje. Het was toch een zonderlinge reis, die Ole Luk-Oie hem dezen nacht had laten doen! Donderdag. «Weet je watzei Ole Luk-Oie. «Word maar niet bang!

Lewin boog zwijgend; ook Kitty zweeg zonder op te zien. "Godlof! zij heeft hem bedankt!" dacht de moeder en haar gelaat verhelderde en plooide zich tot het stereotype lachje, waarmede zij elken Donderdag haar gasten placht te ontvangen. Zij nam plaats en knoopte met Lewin een gesprek aan over het buitenleven.

De ontvangst was recht hartelijk, en de goede menschen die mij nog nooit in mijn leven gezien hadden, schenen zeer verheugd dat genoegen te smaken, ofschoon gemeld genoegen bij den eersten eenigszins scheen verbitterd te worden door de omstandigheid, dat ik juist op een donderdag gekomen was, als wanneer de voorkamer "gedaan werd", zoodat men nu achter zat; waarop mijne moei aanmerkte, dat neef het wel zoo voor lief zou nemen en dat hij zeker in zijn ouders huis ook wel eens in een achterkamer gezeten had; waarop neef zei, dat deze een heele lieve achterkamer was, en dat hij wel van een achterkamer hield; waarop oom zei, dat hij er, al zei hij 't zelf, niet van hield, en tante het met neef eens was dat zij er wel van hield, waarop oom wat bijkwam met te zeggen, dat hij er 's avonds nogal van hield; waarop tante en neef zeiden, dat zij er ook 's avonds het meest van hielden; zoodat er met eenparigheid van stemmen besloten werd, dat een achterkamer met een hoog licht des avonds op haar voordeeligst is.

En morgen zal het drie weken worden, toen zaten wij nog hoog en droog in Amsterdam, en nu zitten wij al in Keulen. Wanneer zijn de Heeren uit Holland gegaan?" "Verleden Donderdag," was het antwoord van een der Heeren: "wij komen nu van Aken." "Te duiker!" riep Mijnheer Dufduin, "dat noem ik vlug reizen. Neen, wij leggen het langzaam aan.

Hij was daarbij zoo gelukkig zoo iemand te vinden in den heer Boot, opzichter der verlichtingstoestellen aan de haven. Deze deelde mijn collega mede, dat hij in den vroegen morgen van Donderdag, het zal omstreeks zes uur geweest zijn, per telephoon gewaarschuwd werd, dat de Berlin op den dam was geloopen.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek