United States or Vanuatu ? Vote for the TOP Country of the Week !


Terwijl de Prins nog sprak, hoorde men een vreugdekreet: de moedige duiker kwam boven en hield den drenkeling in den eenen arm, terwijl hij met den anderen zwom. "Help mij!" riep hij op vermoeiden toon uit en terstond waren er twintig armen te gelijk gereed, van welke er eenige den drenkeling naar zich toetrokken, terwijl andere den moedigen knaap uit het water hielpen.

Nu begon de stoute duiker, Onverbleekt naar buiten tredend', Met den Noordenwind te worstlen; Heel den nacht, naakt, zonder wapens, Streed hij met Kabibonokka, Tot zijns vijands adem stokte, Tot zijn kille vuist verlamde, Tot hij huilend rugwaarts rolde, En verneêrd, verslagen deinsde Naar het koninkrijk Wabasso, Naar het land van 't wit konijntjen, Steeds vervolgd door 't schaterlachen, Steeds vervolgd door 't lied des duikers, Als hij zong: "Kabibonokka, Toch zijt gij mijn medestervling!"

Na den dood zijner echtgenoote Asterope was hij ontroostbaar en werd hij in een vogel veranderd. V. a. heet zijne moeder Alexirrhoë, en wordt hij verliefd op Hesperia, de dochter van een riviergod; toen zij voor hem vluchtte en hij haar vervolgde, werd haar door een adder een doodelijke wonde toegebracht. Uit smart wierp Aes. zich in zee, maar werd door Tethys in een duiker veranderd.

Zoo dan zat hij bij de vlammen, Warm en prettig, etend, lachend, Zingend: "O Kabibonokka, "Toch zijt gij mijn medestervling!" Woedend trad Kabibonokka Nu de hut des duikers binnen. Shingebis, de duiker, voelde 't, Voelde 't aan de groote koude, Aan dien adem, kil en ijzig.

't Was in het riool van Parijs, dat Jean Valjean zich bevond. Een overeenkomst te meer van Parijs met de zee is, dat de duiker in beide kan verdwijnen. De overgang was verbazend.

De drie sluizen, te weten de Duiker op Saardam, de sluis op Nauwerna en die op Nieuwendam zijn geheel tegen de Natuur aangelegd. Vele menschen in Noord-Holland kennen deze gelegenheid en uitwateringen zeer wel, en weten, dat meest altijd en doorgaans in deze kwartieren de wind zuid-west, zuid en zuid-oost waait.

De ingenieur schetst in groote trekken den gang dien het werk moet volgen: het aanleggen van den dam: het bouwen van de twee torens op den duiker waarvan uit het windwerk wordt geregeerd, dat het water toelaat in de kanalen of afsluit: de oprichting van een nood-overlaat; de verlegging van de in wijde bocht kronkelende rivier recht aan op den duiker.

Daar, omringd van riet en biezen, Vond hij Shinbegis, den duiker, Snoeren aangeregen visschen Na zich sleepend over d' ijsvloer, Langs bevrozen veen en moerland, Waar hij enkel nog vertoefde; Want zijn stam was lang vertrokken Naar het Land van Shawondasee. Toornig riep Kabibonokka: "Wie vermeet zich mij te tarten?

Dat is mijn plan ook niet; wij bevinden ons als onder een stolp, waar de lucht niet in doordringt en juist daardoor wordt het water belet er in op te stijgen; de zijgang, die aan het einde afgesloten is, is thans voor ons, wat een duikerklok voor een duiker is; de lucht die door het water is opgedrongen, is in deze gang samengeperst, biedt nu aan den stroom weerstand en dringt dien terug.

"Welkom, Heeren!" riep de oude Heer hun toe: "wij zitten hier onder den kruiderwijn; maar 't is een ligt kostje. Zij zouden ons zulken dunnen wijn niet naar Amsterdam durven zenden. Nu, ze kunnen ook wel wat beters geven; want, te duiker! wij durven prijs besteden."