Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 mei 2025
Mijn dochter ... volgens de wet is zij mijn dochter niet, maar die van Karenin.... Dit bedrog wil ik niet!" zeide hij met een wrevelige beweging en zag Dolly norsch aan. Zij antwoordde niet, maar zag hem slechts medelijdend in het gezicht.
Voor twintig jaren had het Dolly doelmatig en ruim toegeschenen, maar nu was het oud en vervallen. Toen Stipan in het voorjaar daarheen was gegaan om het bosch te verkoopen, had Dolly hem gedrongen het huis eens op te nemen en de noodige herstellingen te laten doen.
Hoe gaat het de lieve Anna? Het is reeds zoo lang geleden...." "Zij vaart wel," mompelde Alexei Karenin met gefronst voorhoofd. "Het is mij aangenaam geweest u te zien!" En hij keerde naar zijn rijtuig terug. "Dus kom je morgen?" riep Dolly hem na. Hij antwoordde iets, wat Dolly echter wegens het geraas der rijtuigen niet verstond. "Ik kom morgen nog bij je," riep ook Stipan hem na.
Anna was den geheelen dag met toebereidselen voor de reis bezig; zij schreef brieven aan haar Moskousche kennissen, noteerde haar uitgaven en pakte haar goed; het kwam Dolly voor, dat zij innerlijk zeer onrustig was, een toestand, dien zij door eigen ervaring zeer goed kende, die iemand wel eens zonder reden overvalt, maar die toch meestal een ontevredenheid met zichzelf moet bedekken.
"Zijt ge niet bevreesd?" vroeg Maria Dimitriewna, een oude tante. "Ben je niet een weinig koud? Je bent bleek. Ga een oogenblik zitten!" zeide madame Lwof, haar schoone armen opheffend om een kleine afwijking, die in het kapsel harer zuster ontstaan was, te herstellen. Dolly naderde haar op haar beurt en wilde spreken, maar de ontroering belette het haar, en zij begon zenuwachtig te lachen.
Lewin kleurde en, om zijn verlegenheid te verbergen, wilde hij haar juist iets over Dolly vragen, toen zij hem reeds voorkwam. "Wij spraken juist, voor gij binnenkwaamt, van de laatste portretten van Waschtschenkow.... Kent u ze?" "Ja, ik heb ze gezien," antwoordde Lewin; "maar zij zijn mij niet bevallen."
Het meest trof haar echter de verandering, die met de haar zoo goed bekende en geliefde Anna had plaats gevonden. Een andere vrouw, die Anna vroeger niet gekend had en niet zulke gedachten en beschouwingen had gehad als Dolly onderweg, zou aan Anna niets bizonders bemerkt hebben.
Kitty vond, dat Anna zeer natuurlijk was en niets verborg, en toch had zij een gevoel, alsof Anna soms tot haar moest nederdalen uit een voor haar onbereikbare, hoogere, dichterlijke wereld. Na den middag ging Dolly naar haar kamer. Anna stond dadelijk op en naderde haar broeder, die een sigaar opstak.
Dolly antwoordde niets, maar zag hem slechts verrast aan. Zij vreesde plotseling voor hetgeen hij zeggen zou.
Zij kende ze niet slechts bij hun naam, maar herinnerde zich zelfs het jaar en de maand hunner geboorte, hun eigenaardigheden en hun ziekten. Dolly kon niet nalaten dit op prijs te stellen. "Nu, dan zullen wij naar hen toegaan, 't is jammer, dat Wassja slaapt." Nadat zij de kinderen opgezocht hadden, begaven zij zich weer naar het salon om de koffie te gebruiken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek