Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Nu dan: ja ... fluisterde hij, doodmoê. Ik weet het ... Wat weet je? Ik was het, die ... Die wat ... Die William omkocht ... om die brieven niet binnen te brengen. Verbijsterd bleef Frank hem aankijken, een nevel trok over zijne oogen, het duizelde om hem heen: hij wist niets meer, begreep niet meer, vergetend, dat even te voren de waarheid door hem heen gebliksemd had.
De lage zaal doezelde weg naar den donkersten hoek: daar lagen, op de bedden, de banken, den vloer de Gallen en snorkten, doodmoê, dronken, dadelijk in diepsten slaap. Onder den sluier in haar kastje bleef de Groote Godin der bedelpriesters, eene bedelende als zij, eene onwaardig gediende, een arme vervallene, onzichtbaar.
Nu, mijn jongen, met jou hebben ze ook eene grap gehad, Martens en de anderen. Zoo'n touw is er heelemaal niet. Straks in den winkel heb ik nog alle moeite gedaan je te waarschuwen; maar je begreep me niet." Daar stond Hans met een heel lang gezicht, beschaamd en verlegen. Voor niets had hij zich dus zoo bang gemaakt, voor niets zich doodmoe geloopen.
»Oom Boudewijn," zei hij, »u zult me zeker wel niet kwalijk nemen, dat ik naar bed verlang; ik ben doodmoe!" »Neen, warempel niet neef, ik kan me dat best begrijpen. En in de herberg heb je zeker al wat gebruikt? Nu, dan wensch ik je wel te rusten. Andries! wijs jij neef Pieter de logeerkamer eens aan! Maar vooral het licht weer meenemen hoor, ik ben doodsbang voor brand!"
Maar omdat Allah zijn zegen niet heeft gegeven, en omdat het ezeltje lui en slecht is. En dan gaan wij naar huis. Doodmoe, geslagen door de open, genadelooze, brandhitte. Het is tien uur. Welk een teleurstelling voor de veertig meisjes, die zich zóó op een ezeltje des huizes hadden verheugd. En ik zeg het heel boos tegen Challad: "En toch was het een heel goed ezeltje."
En terwijl ik, Davus, ginds, in een der kleine vertrekken, die ons ter zijde van de tempelgebouwen waren toegewezen, zag slapen, doodmoê nog, mijn arme knecht van den tocht, dien hij aan mijn verdwenen ezelstaart had moeten volbrengen, dwaalde ik zelve vol verlangen naar Charis om in de tuinen, terwijl het scheen, dat de godenadem mij zoo zacht en weldadig omzweefde.... En voelde ik mij, in dat verlangen naar mijn bruid, gelouterd, vroom afwachtende de dingen, die komen zouden en wèl anders dan ik mij gevoeld had als de dartele handelsreiziger, die ik eenmaal geweest was...
De lucht was meestal helder, en de zon scheen zoo plezierig over de wereld. Zij schenen het alles voor den eersten keer in hun leven te mogen aanschouwen. Regen en wind kon hun stemming niet bederven, er viel nog zooveel te veranderen een t schikken, en 't werd avond vóór men 't wist. Vroeg ging men slapen, doodmoe van het bezigzijn en de zware lucht.
Om half zes hebben we eindelijk het doel bereikt en gevoelen ons doodmoe. De nevel heeft zich verspreid, en wij zien onder ons lange gelijkmatige, kale hellingen en dan, nog lager, koffie-aanplantingen rondom Soengai Poear en in de verte Fort-de-Kock. De koude nacht gaat rustig voorbij. Vóór het dag is, ben ik op en begeef mij weer op weg.
O God! hoe lag toch zijn gevoel zoo hulpeloos naakt, hoe pijnden en schrijnden hem toch zijn gedachten!... Was het dan niet te ontkomen, dat zelf-gemartel?!... Hij was doorgeloopen tot halfweg Charlois, toen, doodmoe, weer terug.
.... Een uur later danste al wat dansen kon in de ruimte van den comedor. Carmen alleen had verlof gevraagd zich te verwijderen. Ze was doodmoe en verlangde te slapen. Frasquetito, op zijn plaats, speelde wat men hem vroeg: een polka, een mazurka of een wiegelende wals. En tot vèr in den nacht was daar in het geschemer van den comedor een gedraai van zwartschimmige dansende paren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek