Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 mei 2025


Hoe groot echter de tegenstelling zij, al deze arbeiders, van den heldersten tot den donkersten, van den wijsten tot den dwaasten, komen met elkander overeen in: onbaatzuchtigheid. Marat vergeet zich zelven, evenzeer als Jezus. Zij stellen zich ter zijde, denken niet om zich zelven, verloochenen zich zelven. Zij hebben slechts één blik, en die blik zoekt het volkomene.

Angstig ziet de arme koortslijder naar den donkersten hoek van het groote vertrek. Bedriegt hij zich niet?.... Men is daar bezig met boer Dirksen te begraven. En zie, het lijk richt zich eensklaps overeind, en terwijl het hem verachtelijk aanziet, wijst het op hém Nu zinkt het lijk achterover. En daar, meer van nabij, daar ziet hij een doodsbleeke vrouw.

Tot eensklaps de ziekte. de zwaarknakkende ziekte hem neer kwam slaan! De reus werd zelf een zwakkeling; zijn ijzersterk gestel was eindelijk door het jarenlang baldadig leven ondermijnd! Hij zat daar, bevend, met koortsachtiggloeiende oogen, in den donkersten hoek van zijn haard, als een afgejaagd, in 't achterhol gedreven beest ineengedrongen.

De vlugge acrobaat had zich op den grond uitgestrekt en toen, met eene rappe en behendige beweging, die hij zoo dikwijls op de kermissen, bij het verrichten zijner meesterstukken volvoerd had, wikkelde hij zich in een van de tapijten, die op den vloer uitgestrekt lagen, en waarvan hij een punt met vlugge hand gegrepen had, en rolde zich toen tot in den donkersten hoek van het vertrek.

Natuurlijk zullen wij doodbedroefd zijn, als die tijd dáár is, en wij afscheid moeten nemen, van allen en alles, die zóó lang een groot deel van ons geluk uitmaakten; maar wij zullen gaan met den zegen onzer dierbaren; die zal den donkersten nacht licht voor ons maken, den warmsten dag koel, en den storm tot zachte bries!

Zijn beenderen moeten reeds lang verbleekt zijn, want er zijn op zijn minst drie jaren voorbij gegaan, sinds ik hem in mijn donkersten kerker wierp, waarvan de deur stevig gesloten bleef." Daarop vroeg de vizier: "Genadig heer, wat zoudt u den man geven, die Marko levend in uw tegenwoordigheid bracht?"

»Ochzeide de oude heer. »Een Turk keert zijn gezicht, na het goed gewasschen te hebben, naar het Oosten als hij bidt; die goede menschen, waar u over spreekt, wrijven eerst hun gezicht zoo in tegen de wereld, dat er geen glimlach meer op overblijft en dan keeren zij zich even zeker als de Turk het naar het Oosten doet, naar den donkersten kant van den hemel.

Was? Morgen! allemaal jekheid, das binnen praatjens; wenn gij nich dadelich wat op afrekening jeeft, dan....” De spekslager houdt eensklaps op met spreken, steekt ’t hoofd vooruit en luistert, want uit den donkersten hoek der kamer vangt hij een hem overbekend geluid op. Zijn blikken trachten den allengs duister geworden hoek en de kist, die hij flauw daarin onderscheidt, te doorboren.

Maar wij dachten aan den wonderlijken geest der zelfbeschouwing, die reeds zijn intrede in onze harten gedaan had. Wij dachten aan hem, aan zijn ijzige oogen en zijn lange, kromme vingers; aan hem, die in den donkersten hoek van onze ziel zit en ons zieleleven uit elkaar haalt, zooals oude vrouwen met lapjes wol doen, en stuk pluist.

Ik begreep, dat zulks ook het wijste zoude zijn, en plaatste mij zoo gemakkelijk mogelijk in den grooten armstoel, dien ik in den donkersten hoek van het vertrek had geschoven. Mijn vader ging bij het raam zitten en eenige schrifturen nazien: en het leed niet lang of ik lag in een gerusten slaap gedompeld.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek