United States or Gibraltar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Aan den gezichteinder steekt de toren van Mont-St-Aubert, op den Drievuldigheidsberg, in de lucht. Daarachter ontwaart men de reusachtige torens van Doorniks hoofdkerk. En tusschen al die gemeenten staart men op golvende graanvelden, op eenzame huisjes, op draaiende molens, op wiegelende boomen, op slingerende straten en voetpaden, op spelende kinderen, op rondslenterende mannen en vrouwen.

Als Katelijne bij een of anderen braven gebuur was, die op heur wilde letten, ging Nele verre, verre alleen, zelfs tot Antwerpen, langsheen de Schelde of elders, turend naar de wiegelende schuitjes en naar de stoffige wegen, of ze soms heuren vriend Uilenspiegel niet ontwaarde.

Wat hare gewoonten betreft, houdt zij als 't ware het midden tusschen de Leeuweriken en de Gorsen. Als een Gors gedraagt zij zich bij 't zitten, zoowel op een steen als op een wiegelende twijg, als Leeuwerik en Gors te gelijk bij 't loopen en vliegen.

Onberekenbaar is de zegen, die in dezen éenen boom besloten ligt, wiens wasdom met den bouw eener statige hooge zuil is te vergelijken. In de natuur is deze slanke, veertig tot vijftig voet hooge zuil met hare wiegelende groene bladerkroon, alleen staand zoowel als in groepen, het grootste sieraad van het landschap. Naar het zeggen des volks dient de kokosboom tot negen en negentig dingen.

Deze dieren dartelden in het stille water, zoodat ik begreep, dat de Poolzee hun een toevluchtsoord was tegen de vijanden, die hen met hevigheid vervolgden. Ik onderscheidde ook lange schoolen visschen, tot de klasse der kabeljauwen behoorende, benevens groote troepen weekdieren en zeekwallen, wiegelende tusschen de kammen der golfjes. Om negen uur waren wij aan land.

Boven de koepels der paleizen verheffen dadel- en kokospalmen hunne sierlijke bladerkroonen, zacht wiegelende op den adem der koelte.

In wiegelende beweging door den stroom gebracht, bewaken de oude Muizen, die langs de stengels zijn opgeklommen, de jongen." Gedurende den zomer vindt men dit lieve diertje in gezelschap van de Boschmuis en van de Gewone Veldmuis op korenvelden; in den winter komt het soms in groot aantal voor onder hooibergen of in schuren.

Toen de eerste paartjes begonnen waren, volgden de anderen spoedig en weldra was de dansvloer dicht bevolkt met de dansende, bont gekleede jeugd. Dat was inderdaad een zeer schilderachtig schouwspel en in deze bonte, wiegelende groep, deden de gele zeemlederen broeken en de lange, met rood omzoomde, losse jassen der mannen toch werkelijk mooi.

Ook wij gaan; het is hoog tijd. Het weer is ruw. Over enkele uren zal de donkerte vallen op de verlaten plaats. Een rondzwalkende roeier, die naar nog een laatste winstje zoekt, neemt, door mij aangeroepen, ons op in zijn wiegelende boot. En op de meer en meer onstuimige baren maken wij deel uit van de uiterste achterhoede des tweedaagschen strooms van vluchtelingen.

Carmen danste; donker en groot bewoog ze zich voor den schemerenden wand, vooruit en dan terugspringend als op den afdruk van haar voeten, die uitwipten en het duister weêr inschoten van haar fladderkrinkelende rokken; of in een wippenden hooggang, wiegelende als een kat die mooi spinnend bij beurten zijn klauwtjes in en uit haalt, stond ze voor het kijken van den extrangero, die verloren in dat feest voor zijn oogen, ternauwernood hoorde hoe Arturo zei, dat het eigenlijk een dans was «