Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
Ik bevond mij in gezelschap van vele mijner collega's: den correspondent van Le Matin, die den Prins voor zijn courant, die het plan Peking-Parijs opgevat had, welkom heette; ik vond er mijn collega van de Daily-Mail, die ons met den spoorweg van plaats tot plaats gevolgd was, terug en nog vele buitenlandsche journalisten. Er waren ook dames.
"En toch," merkte Harbert op, "zijn wij nu juist in den tijd dat de walvischvaarders gewoonlijk hunne vaartuigen naar het zuidelijk gedeelte van de Stille Zee richten. Ik geloof werkelijk dat er geen zee zoo verlaten is als deze." "Zij is niet zoo geheel verlaten!" antwoordde Pencroff. "Hoe meent gij dat?" vroeg de correspondent. "Maar wij zijn er toch.
"Bovendien," voegde Cyrus Smith er bij, toen zij dien dag over dat onderwerp spraken, "moeten wij toch eenige voorzorgen nemen." "Waarom? Het eiland is toch onbewoond," zei de correspondent.
De heer Harvey, de correspondent van meester James Burbank, ging een uur later naar de gevangenis en verzocht den jongen man te zien. Dat werd hem evenwel geweigerd. Op bevel van Texar mocht niemand, volstrekt niemand bij den gevangene toegelaten worden. Die poging had zelfs tot gevolg, dat master Harvey zelf zeer streng bespied zou worden.
"Ja," antwoordde Gideon Spilett, "maar de ongelukkige heeft niets menschelijks meer!" Wat de correspondent zeide was waar. Mocht de schipbreukeling ooit een beschaafd wezen geweest zijn, hij was door volkomen afzondering een wilde, ja erger misschien, een boschjesman geworden.
Terugkeer naar den oever. Voor het oogenblik, zeide de correspondent, moesten zij maar wachten tot hij terugkwam en zonder een oogenblik te verliezen, volgde hij de kust, dezelfde richting nemende welke Nab eenige uren vóór hem was ingeslagen. Daarop verloren zij hem uit het gezicht, toen hij den hoek omsloeg. Harbert had hem willen volgen.
»Ik weet het door mijn correspondent; de oude erfkwaal, de planmakerij, de speculatiezucht zit er nog in en komt weer boven. Hij denkt in troebel water te visschen en speculeert op de kwade tijden en de verlegenheid der menschen." »Men belastert hem!" hernam Claudine met vastheid, maar toch bleek als eene doode.
"Twee: mijn vriend Spilett en mijn bediende Nab." "Dat is drie," antwoordde Pencroff, "en Harbert en ik maakt vijf. Maar de ballon moest er zes medenemen...." "Het is genoeg. Wij zullen vertrekken!" zei Cyrus Smith. Met het "wij" werd ook de correspondent bedoeld, maar deze was niet voor een klein gerucht vervaard en toen het plan hem medegedeeld werd, was hij het ten volle met zijn vriend eens.
"Nog een oogenblik, vrienden," zei de ingenieur, "het komt mij niet kwaad voor dit eiland een naam te geven evenals aan de kapen, de golven en de stroomen, die wij aanschouwen." "Zeer goed," zei de correspondent. "Dat zal in het vervolg de bevelen, die wij moeten geven of volgen, gemakkelijker maken."
Welk een onnoozele hals was zijn vroegere correspondent dan toch, dat hij zich zóó door zijne crediteuren had laten plunderen, en niet de behendigheid had gehad zich een fondsje te reserveeren, waaruit hij zich later in de ruste zou kunnen te goed doen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek