United States or United Kingdom ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Gij hebt gelijk, Spilett," antwoordde de ingenieur, "en ik had dit reeds eerder moeten inzien, maar heb ik mij al vergist, dan kan dit toch niet meer dan vijf graden in lengte of breedte zijn." "Wie weet?" hernam de correspondent, "of wij niet veel dichter bij een bewoond land zijn dan wij dachten."

Zoover de washingtonsche correspondent van het te New-York verschijnende dagblad de Sun. Maar hij is op verre na de eenige niet, en niets zou gemakkelijker vallen dan dergelijke getuigenissen te vermenigvuldigen.

"Hier," antwoordde Gideon Spilett, die na eenige aarzeling een stukje uit zijn schrijfboekje scheurde. Pencroff nam het papier, dat de correspondent hem gaf en knielde bij den haard neder. Men legde er dorre bladeren en droog mos op, zoodanig dat de wind er doorheen speelde en het hout dus spoedig vlam zou vatten. Toen hij den lucifer zacht afstreek, kwam er geen vuur.

"Vooruit!" riep de correspondent. En alle vier, Gideon Spilett, Harbert, Pencroff en Nab vergaten hun vermoeienissen en vingen hun onderzoek aan. De arme Nab weende van woede en wanhoop, bij de gedachte dat hij alles verloren had, wat hem op de wereld lief was. Geen twee minuten waren er verloopen sedert het oogenblik dat Cyrus Smith verdwenen was en zijn metgezellen op vasten wal waren gekomen.

"Mijn naam!" riep Nab uit, terwijl hij zijn schitterende witte tanden liet zien. "Waarom niet," antwoordde Pencroff. "Nab's haven, dat klinkt zeer goed! En dan kaap Gideon...." "Ik zou de voorkeur geven aan namen, aan ons land ontleend," antwoordde de correspondent; "zij zouden ons aan Amerika herinneren." Cyrus Smith was het volkomen met hem eens.

En nu trad de jonge ingenieur, terwijl hij zijn verhaal voortzette ten opzichte van zijne werkzaamheden, in technische bijzonderheden, die ongetwijfeld van het hoogste belang voor hem en zijnen correspondent waren, maar die van den minder wetenschappelijke gevormden lezer waarschijnlijk diezelfde uitspraak niet zouden erlangen. Daarom achten wij het voorzichtig hem die te besparen.

»En kunt gij niet dadelijk terugkeeren," vroeg de waardige correspondent, »daar, zooals gij zegt, niemand te Jacksonville weet, dat gij aangekomen zijt?" Neen, dat ging niet, James Burbank was niet gekomen om heen te gaan. Hij wilde weten, waaraan hij zich voortaan te houden zoude hebben, en dat zou hij weten.

"Toch," zeide de matroos, "als ik mij de geschiedenis van de schildpad herinner, heb ik er geen groot vertrouwen in." "De schildpad! de schildpad!" antwoordde de correspondent, "weet ge dan niet, dat de zee haar omgekeerd heeft." "Wie weet het?" mompelde de ingenieur. "Maar...." zeide Nab. Nab had iets te zeggen, dat was zeer duidelijk, want hij opende den mond tot spreken, maar zeide niets.

Men had den ingenieur Cyrus Smith niet gevonden! Toen de correspondent was aangekomen, zette hij zich op een steen en sprak geen woord. Uitgeput van vermoeienis was het hem onmogelijk iets te zeggen. Wat Nab betreft, diens roode oogen getuigden voldoende, dat hij geweend had, en de tranen die thans weer in zijn oogen kwamen, bewezen duidelijk dat hij alle hoop had verloren.

Toch nam Kin-Fo na eenige minuten den brief weer op en scheurde er werktuiglijk de enveloppe af; maar in plaats van hem te lezen keek hij naar de onderteekening. »Hij is van mijn correspondent," zei hij, »het kan alleen over zaken zijn! Die kunnen tot morgen wachten!"