Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juni 2025
Nu, dit geeft weder goeden moed; doch laat ons wat voortjassen, Ambtman! anders komen wij te laat op het slot;.... maar pots honderd tausent slapferment!" riep hij uit, Magdalena herkennend: "Wie is daar?" "Wat rammelt gij toch, Botbergen?" vroeg Mom: "merkt gij niet wie gij voorhebt? dit is de Freule van Sonheuvel, het pronkjuweel van 't Sticht.
"Wel gevonden!" zeide de Heer van Lievendaal: "Mijnheer van Botbergen! ik heb de eer hem u te brengen voor dien goeden wensch." "En ik zou u gaarne in gelijke munt betalen," hervatte de Gelderschman: "maar ik heb geen wijn van deze soort meer, en het ware een misdaad van gekwetste majesteit, indien ik UEds. beleefdheid met een ander wijntje beantwoordde, dan hetgeen UEd. mij toegedronken heeft."
De grijsaard vertrok: doch scheen niet terug te komen. "Wat dralen zij nu?" riep Mom, ongeduldig het vertrek op en neder gaande. "Elbert! ga eens zien waar zij blijven." Botbergen opende de deur. "Pax vobiscum!" zeide een lange zwarte gedaante, die juist binnentrad. "Wie duivel?" riepen de beide edellieden, verbaasd terugtredende en de hand aan hun degens slaande. "Eilaas!
Verwonderd over den meesterachtigen toon, dien de vreemdeling zich aanmatigde, zagen Botbergen en de Ambtman elkander besluiteloos aan. "Mij dunkt," zeide de laatste, na eenig stilzwijgen: "dat de Heer van Botbergen wel hier zou kunnen blijven. Voor hem heb ik althans geen geheimen...."
Vereenig u met mij, om uw waardigen voedsterling, alsook mijn vriend van Botbergen, die zonder reden en waarschijnlijk ten gevolge van een misverstand op elkaar gebeten zijn, tot bedaren te brengen. Voor Sint-Felten met al die langer twist wil zoeken.
"Mijnheer van Botbergen!" zeide Reede, die al dien tijd had zitten stampvoeten en op zijn mouwen bijten van kwaadheid: "ik kon voor den goeden Bouke geen partij kiezen tegen iemand, dien ik op mijn eigen slot als gast ontvang; maar bij mijn zaligheid! zoo UEd. elders dan op het huis te Sonheuvel in mijn bijzijn kwaad had gesproken van mijn goeden Joan, ik had u mijn roemer op 't aangezicht aan stukken geslagen!"
Zijn twist met Botbergen hield hem het minst bezig; want hij was overtuigd, dat hij van dien snoever, zoodra hij zulks verlangde, de noodige voldoening verkrijgen zou; daar het geval in het Boheemsche leger zich juist had toegedragen als Elbert het verteld had, met dit kleine onderscheid echter, dat het Joan geweest was, die den anderen met stokslagen had weggejaagd.
"Die was eigenlijk voor Z. H. bestemd," zeide Raesfelt: "doch daar UEd. aan de Hoven geweest zijt, zoude UEd. mij waarschijnlijk wel met raad kunnen dienen en mij zeggen, of het zoo goed is." "Hm! hm!" zeide Botbergen, het geschrift haastig doorloopende: "wat lang, wat gerekt; doch de stijl is keurig en hoogdravend: eilieve! waar handelt het eigenlijk over?"
"Indien UEd. het mij vergunt, Heer Baron!" zeide Mom: "zoo zal ik de eer van den Jonker van Craeihorst handhaven en met den Heer van Botbergen, hoe bevriend wij ook zijn, op dood en leven kampen." Elbert zag zijn patroon vragenderwijze aan, als wilde hij op dien aangezicht lezen of het hem ernst ware.
"Volstrekt niet," zeide een mijner broeders, met een schalkschen lach: "gij hebt den Heer Van Botbergen uit een raam laten springen: ligt hij daar nog met gebroken armen en beenen? of is hij naar het gasthuis gebracht?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek