Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juni 2025


"Wel ja! zoo zeker althans als men van de gevoelens van een twintigjarig meisje wezen kan." "Dat zegt juist niet veel," merkte Botbergen lachende aan. "In een meisjeshart te willen lezen is evengoed, als bij nacht op zee uit het venster te willen kijken of het nog stormt. Men ziet niets en de wind blaast onze muts nog af op den koop toe."

"Ei wat! Dominee weet op dat stuk niet wat hij zegt: de schuld van den jongen is zonneklaar: hij zit immers nu alweer achter de tralies: ik denk hem er niet vandaan te halen.... en dan zoo een lafbek! heeft hij wel eens op de plaats, waar hem de Heer Van Botbergen wachtte, durven verschijnen?" "Dat was wel deugdelijk zijn voornemen, toen hij naar het Lischboschje ging."

"Gij schijnt er heden smaak in te vinden om mij zotheden te zeggen," antwoordde Botbergen, de borst opzettende: "doch ik denk er niet op te antwoorden." "Niet? Gij waart anders altijd beroemd wegens uw vlugge antwoorden.... met den mond namelijk.... Doch nu herken ik dien éénen passagier: het is Gerard Preys, en die andere is Leendert Leendertz: maar wie is die derde, die naast den veerman zit?"

"Gij doet wel," zeide Eugenio: "en uw keuze zal u niet berouwen; intusschen, wat ik vooreerst van u te vragen heb, is dat gij ons gesprek geheim houdt: alleen Preys en Leendertz, met wie ik herwaarts gekomen ben, benevens Botbergen, kennen mijn betrekkingen: ook Klaas Meinertz: doch die is een oude kennis en het kanaal, waardoor ik altijd kondschap ontving; voor de overigen ben ik Van Dijk, inwoner van 's-Hertogenbosch, en...."

Laat dat meiske dat bij u is, zeggen wat zij wil: mij deert het niet. en UEd. moet er niet boos om worden: of zoo UEd. zuur wil kijken, zie dan mijn vriend den Ambtman zuur aan, ! ! !" "En waarom moet ik zuur aangezien worden?" vroeg Mom, bevreemd opziende: "ik, die mijn leven voor een vriendelijken lach van dien bevalligen mond zoude geven." "Wel!" zeide Botbergen, "omdat

Toen de beurt aan Botbergen kwam, die reeds luide gesnoefd had over de menigvuldige partijen, door hem bij andere gelegenheden gewonnen, keken de spelers nieuwsgierig toe; maar de Gelderschman voldeed slecht aan hun verwachting en deed den bal midden door de kegels heen vliegen.

De beide opgegeven kegels vielen werkelijk om. "Dat is gewonnen!" riep hij. "Neen!" zeide Bouke: "dat is verloren. Gij hebt den koning niet met den bal geraakt: hij is alleen gevallen, omdat de voorste kegel er tegen aan geworpen werd." "Dat is onwaar," hernam Botbergen, zich bij de kegels begevende: "de bal heeft wel degelijk allebei de kegels aangeraakt en omgegooid."

Ziedaar de eenige voorwaarden, waarop ik den ellendigen bloodaard zijn welverdiende straf zal laten ontgaan." "Ik vrees," hernam de zoon van Lojola, "dat de Heer van Botbergen moeilijk aan zulke voorstellen zal gehoor verleenen."

"Nu, Mijnheer!" zeide Bouke tegen den verslagen snoever, die met hangende armen en stijf opeengesloten tanden als vastgenageld zitten bleef: "wat dunkt u? is het niet mij: een man een man, een woord een woord?" "Zijt gij het, die u de Heer van Botbergen noemt?" vroeg Joan met bevreemding. "In het leger van den Koning van Bohemen droegt gij een anderen naam."

Botbergen, die, zooras Joan hem niet meer toesprak noch met zijn verwoeden blik bedreigde, zijn moed weder voelde herleven, had een fiere en onversaagde houding aangenomen en mompelde, doch zeer binnensmonds, allerlei dreigementen.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek