Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juni 2025


"Den moed zult gij althans nimmer verliezen, mijn waarde Botbergen!" zeide Mom. "Neen," hervatte deze, "maar wat helpt deze, wanneer...." "Zoo meen ik het niet," viel hem de Ambtman in de rede: "men kan niet verliezen wat men nooit gehad heeft." "Was zum henker!" riep Botbergen uit, de hand aan het gevest van den degen slaande, "indien een ander dan Jakobus Mom mij zulk een beleediging zeide."

"Gij dacht hier den Heer van Botbergen te vinden," zeide de Jezuïet: "en het is u leed, dat gij buiten de mogelijkheid gesteld wordt, het bloed van uwen naaste te plengen."

"Joan!" herhaalde hij: "ik moest u niet omarmd hebben, eer ik wist of gij het waardig zijt. Men verhaalt schandelijke dingen van u." "Dat heb ik van Bouke vernomen," antwoordde Joan: "wie van de Heeren noemt zich de Heer van Botbergen?" "Wat! Kent gij hem niet eens?" vroeg de Baron verbaasd: "hoe hangt dit samen?"

En echter is er misschien niemand, die er zich beter op verstaat een komplot aan den gang te houden. Het is nu zestien jaren dat hij de Spanjaards als spion dient, en altijd ongemoeid en zonder ontdekt te worden." "Dat geloof ik wel," zeide Botbergen: "daar de Ambtman van Maas en Waal in 't geheim was, die hem ongestoord zijn weggetje gaan liet.

"Bouke! riep de Baron, terwijl hij aan zijn gezegde den toon der bestraffing poogde te geven: "denk wie gij zijt en waar gij zijt!" "Zoo doe ik," antwoordde Bouke, zonder verlegen te worden: "ik denk, dat ik Jonker Joans oude wapenbroeder ben, en dat ik over een lasteraar sta, die...." "Vlegel!" riep Botbergen, door het verwijt des Barons bemoedigd: "denkt ge dat ik mij met u zal meten?

Nadat zij eenige schreden waren voortgetreden, deed een gerucht van naderende ruiters beiden omzien, en zij ontdekten den Ambtman met zijn fidus Achates, Elbert van Botbergen, benevens eenige dienaars, die heur op een goeden draf achterop kwamen rijden.

Aller oogen wendden zich nu naar de deur, waar een jongeling binnentrad, wiens verschijning een algemeene verbazing teweegbracht. De Baron en het meerendeel der gasten sprongen op. Botbergen schoof zijn zitbank wel drie voeten achteruit, werd doodsbleek, sloeg klappertandend een bevende hand aan 't gevest van zijn degen, doch was buiten staat om het lemmer de scheede te doen verlaten.

Toen begaf hij zich weder naar zijn standplaats bij het groote bord, en Botbergen, wien het laatste nommer te beurt was gevallen, duidde aan, van welke streep men beginnen moest. De heer van Lievendaal, die den eersten worp moest doen, zette den linkervoet op de streep, bracht den rechtervoet een schrede achterwaarts, nam den zwaren bal op en deed hem over de baan vliegen.

Dit voorstel scheen een verlossing toe aan de gansche vergadering: en allen haastten zich daaraan te voldoen, behalve Joan, die, zijn pleegvader ter zijde trekkende, van hem verlof verzocht om zich af te zonderen en Ulrica te gaan groeten. "Hoe is 't Joan?" zeide de Baron: "zoekt gij een gelegenheid om van dien Botbergen af te raken? Ik had van u meer vuur verwacht, vriendlief!

Hij zag, dat de list, die Botbergen volgens een tusschen hen gemaakte afspraak in 't werk had gesteld, haar doel bij Ulrica miste, en hij vreesde, dat, indien hij de partij van Botbergen nam, de Jonkvrouw de volle waarheid gissen zou, het gemaakte plan doorzien en hem al haar achting ontnemen, waardoor hij de kans op haar hand verbeuren moest.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek