Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juli 2025


»Dat had toch niet kunnen zijn, ik heb een reisgenoot, vriendlief! dien gij over 't hoofd ziet," hernam Frits glimlachend, en Piet een wenk gevende dat hij zich omkeeren moest daar deze met den rug naar Sir Reginald had gestaan, die met echt Britsch flegma de zwijgende toeschouwer van het tooneeltje was geweest.

Daar was ook een der dienstmaagden van de juffrouw, die met nogal slaperig voorkomen naar het venster kwam en kwaad tot hem zei: Wie ben jij, die daar beneden klopt? Och, sprak Andreuccio, kent u mij niet, ik ben Andreuccio, de broer van uw juffrouw Fiordaliso. Hebt gij, vriendlief, wat te veel gedronken?

Het is maar een wensch, vriendlief! Ik heb de Opdracht tot het laatst bewaard. Het is wel tegen de orde; maar het zij zoo. Daar zijn zoovele lezers die een boek met de laatste bladzij beginnen, dat het bijna op 't zelfde neerkomt. October 1839. Zoo schreef ik voor zes maanden. Thans nog een enkel woord.

Otto had zijn rechterhand op Albertines schouder geslagen en hield met de andere hand de hare vast. Een oogenblik bleef Dorus in de geopende deur staan. "Daar heb je nu Dorus, onzen logé," zei vroolijk dokter Abels, hem ziende, tot neef Otto. "Kom eens hier, vriendlief, en maak je compliment aan de jongelui.

Hoe zou ze ook, mij een.... bochel, een..." "O, wringt de schoen daar!.. Maar vriendlief, hoe kon je zoo dwaas zijn om...?" "Om te denken, dat zij...?" "Neen! om heen te gaan....?" "Om heen te gaan? Och, dokter, nu voel ik, dat 't een dwaasheid was, maar ik had ook zooveel geleden in dien nacht; ik zag, dat zij een ander liefheeft en...."

Nog zat ik verslagen en verplet toen ik Werner's vingerdruk op mijnen arm voelde en zijn vriendelijk aangezicht vóór mij zag, blakend van voldoening, bij het licht van eene lantaarn in zijne hand. »Wel?" sprak hij: »nog niet in slaap? Kom, vriendlief, kom! we zouden er nachtwerk van gaan maken! Maar wat zegt ge? Stroomt er nog vuur door mijne stramme kneukels?

Gij moet er niet zoo wanhopend onder zijn, vriendlief; wanneer men voor schulden in de gevangenis gaat, is het nog zoo erg niet. Wij keerden in huis terug, door de agenten gevolgd. Ik ging de jongens uit den tuin roepen. Toen wij weer bij hun vader kwamen, hield deze Lize in zijn armen, die luid weende. Een van de agenten fluisterde hem toen iets in, wat ik niet verstaan kon.

"Heeft hij dat in uw bijzijn gedaan?" vroeg ik, verrast. "Aha! die vraag is een antwoord op hetgeen ik zooeven vroeg: In mijn bijzijn? mieux que ça, tegen mijzelven, vriendlief!" "Hoe dat?" "Luister eens. In den gepasseerden nacht lag ik gerust op mijn bed, toen opeens de deur van mijn slaapkamer wordt opengedaan: "wie is daar?" vraag; ik. Geen antwoord.

"Welke reis, Pencroff?" "Naar het eiland Tabor, bijvoorbeeld?" "Vriendlief," antwoordde Cyrus Smith, "ik geloof dat wij in een dringend geval niet moeten aarzelen ons op de Bonadventure te vertrouwen, zelfs voor een langeren duur; maar gij weet, het zou mij leed doen u naar het eiland Tabor te zien vertrekken, daar niets er u toe noodzaakt."

»Ik onderstel," sprak de gids, »dat gij voornemens zijt een bezoek te brengen aan den Grooten Muur, evenals alle reizigers doen die Fou-Ning komen bezoeken. Ik ken het land en bied mij aan u tot gids te strekken." »Vriendlief," zei Kin-Fo, zich in het gesprek mengende, »voor ik een besluit neem, wensch ik te weten of de provincie veilig is." »Zeer veilig," antwoordde de gids.

Woord Van De Dag

estes

Anderen Op Zoek