United States or Norfolk Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen het daar een paar maanden had geloopen, waren zijn beenen zoo lang geworden, dat het over de omheining kon stappen, als het dat wilde. Toen kreeg de boschwachter verlof van den fabrikant een hooge, groote omheining te zetten om het stuk land, waar het liep. Daar leefde de jonge eland verscheidene jaren, en werd een sterk en statig dier.

Toen de knaap aan het einde was gekomen, zeide de boschwachter: "Ik dacht, dat ik voor deze gelegenheid den gasten eene kleine verrassing had bereid, maar zij is, hierbij vergeleken, niets waard. Deze doet de mijne, ik moet het eerlijk bekennen, geheel in het niet zinken." Het geld werd geteld. De som bedroeg over de twaalfduizend dollars.

Huck wachtte niet om eenige bijzonderheden te vernemen, maar ijlde zoo spoedig, als zijne beenen hem dragen konden, den heuvel af. Zondagochtend voor dag en dauw kroop Huck reeds den berg op en klopte aan de deur van den ouden boschwachter. De huisgenooten lagen nog te bed en sliepen een hazenslaap, tengevolge van de spanning waarin zij een gedeelte van den nacht hadden doorgebracht.

Eerst liep de boschwachter regelrecht naar het hondengraf; maar onderweg scheen hij op andere gedachten te komen, want op eens keerde hij om, en ging naar het landgoed terug. Karr had hem heel rustig gevolgd, maar toen hij merkte, dat de boschwachter naar zijn vroeger tehuis terugging, werd hij onrustig.

Tante zullen we natuurlijk vragen om van de partij te wezen." "Hoor eens pa-lief. 't Zou mij waarlijk geneeren als u en tante meegingt. Ik heb allerlei met Elsje te bepraten. Laten we van middag te zamen naar den boschwachter rijden, en dáár wandelen; maar nu, naar de stad om mijn commissies te doen, waarlijk, ga ik liever alleen!"

Ja, met vader. Vader is eigenlijk boschwachter; maar al sedert jaren verdient hij met zoeken van geneeskrachtige kruiden wat we noodig hebben. Het bosch behoort den koning; maar die is oud en jaagt niet meer; zoodat hij er niet naar omziet, hoe de boomen hier groeien. Ik vind dat wel prettig.... Ze groeien nu zoo mooi!

Hij stak de straat over om te luisteren, al wist hij bijna zeker wat hij te hooren zou krijgen. De conducteur stond in de deur op den brievenzak te wachten. Een man, als boschwachter gekleed, kwam op dit oogenblik voor den dag en de conducteur gaf hem een mand, die klaar lag op straat. »Dat is voor julliezei de postiljon. »Nou, maak een beetje voort daar binnen!

Hierop vroeg hij, zonder op te zien: "Van wien komt gij, huisman?" "Ik kom uit mijn eigen naam," antwoordde de monnik. "Bij Sint-Maarten!" zeide de andere: "ik ken die stem: maar wat duivel! ik ken dat gelaat ook. Welke vreemde gebeurtenis voert u hier, Vader! en hult den vromen monnik in het gewaad van een boschwachter?"

"Neen," antwoordde de boschwachter, "de jongens zullen het niet zeggen en ik ook niet. Maar waarom wilt gij het niet weten?" Huck wilde zich niet verder uitlaten en zeide alleen, dat hij een der beide mannen goed kende en dat hij bang was dat die man te weten zou komen, dat hij iets kwaads van hem wist, daar hij hem dan zeker zou vermoorden.

"Ga voorbij, onguur beest!" bromde de boschwachter, toen de aap hem den hoed toestak: "indien uw meester zulk een toovenaar is als hij beweert, kan hij zich geld genoeg verschaffen, en behoeft hij het ons niet uit den zak te kloppen."