Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 oktober 2025
Met niet minder recht zei Carmen Sylva, de koningin van Roemenië, in 1892: "Het oostersche en schilderachtige Boekarest, het Boekarest met kleine, in het groen verscholen huisjes, waar men zei "het huis van den heer Zus of van mevrouw Zoo", terwijl men de menschen bij hun voornamen noemde, dat Boekarest verdwijnt, om plaats te maken voor een stad als alle andere.
"Loop jelui maar wat aan, ik kom ook wel, maar ik kan zoo gauw niet." De stoet zette zich in beweging. Désiré vroolijk blaffend, nu hij bemerkte, dat ze naar huis gingen, daarachter Jacob met zijn vracht en naast hem Teunis die het hoofd van Tony steunde. Daarachter het meisje met zus aan de hand en eindelijk de goede, dikke man, wiens korte beentjes moeite deden hen bij te houden.
Ze beweert nu wel: het kan haar niet schelen, of ik dit doe of dat doe, of ik zoo leef of zus leef, maar kòn het haar niet schelen, dan zou ze me niet boudeeren, en niet tegen me spreken als ze gedaan heeft.
't Was 'n lange zit, wat? De andere meissies hadden 't veel pleizieriger. Die gingen om negen uur weg, hadden pret in de Kalverstraat, kwammen in de lucht en leien nou te slapen. Maar je kon d'r niks an doen. De een was zus, de ander zòo. Ze zat toch wel lekkertjes, zoo in het warme atelier. As de andere meissies d'r waren, was 't w
Ik ben altijd gestruikeld over den tweespalt tusschen gevoel en verstand. Mijn gevoel zegt zus mijn verstand begint het dialectisch te ontleden en zegt: Neen, niet zus. Het is bij mij uitgegaan van de epicuristische grondbeginselen, en ik ben nooit tot een andere conclusie gekomen, dan dat het leven is een koorddansen boven den afgrond. Een typisch voorbeeld vind ik De Régnier, een man van geweldige melancholie, zeker een van de meest pessimistische menschen die ik mij ooit kan voorstellen, en het eigenaardige is nu, dat de eene helft van zijn werk dit gevoel zuiver weergeeft en de andere helft bestaat uit verzen van enkel plastische schoonheid. Hij is innerlijk overtuigd van de ijdelheid van het geheele leven, maar zijn oogen vonden de uiterlijke schoonheid van de wereld en zijn daarmede vervuld. Dit genot hebbend, schijnt hij dan zijn droefgeestigheid te kunnen vergeten. Maar ìk kan niet inzien, hoe men dat voortdurend knagende gevoel van de redeloosheid van het leven tot zwijgen kan brengen met de schoonheid, alsof die een narcotisch middel daartegen ware, alsof niet juist de schoonheid er voortdurend aan herinnert, dat zij een begoocheling is over een leegte. Ik k
Hier konden ze naar hartelust plukken. Zus ging dadelijk aan den gang. Tony liep met Désiré wat op. Hij wou eens zien, waar die laan eigenlijk op uit liep, en wat er achter die hooge boomen was aan de andere zijde van het bloemenveld, zooals moeder het voor de grap noemde. Désiré scheen het warm te hebben van het hollen; hij liep met de tong uit den bek langzaam naast Tony voort.
Hij trachtte de steenen te grijpen, maar of hij daardoor zichzelf afduwde of dat de stroom hem weg voerde, hij schoot in eens verder de rivier in. Zooals hij van Désiré gezien had, sloeg hij met handen en voeten en hield zich zoo nog boven, schreeuwend om hulp. Zus liep wanhopig heen en weer. De hond echter had zich niet lang bedacht.
Tony had medelijden met zijn hond, maar wilde zus toch ook graag pleizier doen. Hij streelde Désiré, klopte hem op den rug, maar deed hem toch den halsband om en bond hem aan een boom vast. "Nu stil liggen koest, hoor." Désiré staarde hem bedroefd na en stiet een klagend gehuil uit, toen hij de kinderen zag vliegen over het gras en zelve niet mee mocht doen. "Stil hoor," riep zus.
Maar zelfs al stelt men zich op het standpunt dat het noodig is om de gehuwde ambtenares naar het gezin terug te wijzen en ook onder de vrouwen zijn er, die deze meening zijn toegedaan gaat het dan wel aan om in dezen te handelen geheel buiten de vrouwen om, en als van ouds te komen met het machtwoord: gij zult dit of dat, gij moogt niet zus of zoo, in stede van te vragen: hoe wilt gij dat deze zaken zullen worden geregeld, en de vrouw door middel van het kiesbiljet in staat te stellen zelve invloed te oefenen op de regeling van hare naaste belangen, zelve de hand te hebben in de bepaling van haar levenslot?
Zoo'n rijtje schoenen en laarzen was een mooi gezicht. Eerst zette ik ze netjes naast elkaar naar de grootte, de rijglaarsjes van mijn jongste zus aan 't eene eind, de kaplaarzen van vader of mijn oudsten broer aan 't andere eind. 'k Weet nog heel goed, dat ik genoot van zoo'n rij. Ik zag er ons heele huisgezin in. Nu kwam bij 't genot der orde ook nog 't genot van 't blinken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek