Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juli 2025
Zoo'n meisje, dat netjes je boeltje reddert, en dat een beetje smaak heeft, zoo'n beetje.... ik weet 't niet!.... ik weet 't niet!.... daar wat élan in zit, een beetje chic, een beetje savoir-vivre!.... en die 'n traan inslikken kan als 't noodig is.... Want die meisjes hier! Ba! als ze niet kijven, dan huilen ze.... of zeuren ze...."
'k vraag 't maar zoo, juffrouw; ik houd zooveel van jongelui, weet u. 'k Zal je drie gulden vijftig geven, geen cent meer." "Leg toch niet te zeuren, baas: 'k moet vier gulden hebben op een maand terugkoop." "'t Kan niet! Ik geef al veel te veel, waarachtig!" "Geef dan mijn speldje maar weerom, dan verpas ik het; ik kan bij den goudsmid elk oogenblik acht gulden krijgen."
Dan zullen wij de tafel wel dekken. Ziet u, ik weet nog niet zoo precies waar alles staat. Goed, best, Fine, ga maar. Fine keerde terug naar de coteletten en Emilie maakte de muurkast open, waarin het servies stond. Marie, help me dan toch, in plaats van met die bloemen te staan zeuren!
Neen, Piet Schaver, onzen stand te verbeteren door gepaste middelen dát heb ik geen larie genoemd, want als ik alles maar bij 't oude wou laten dan zou ik niet van klagen spreken. Maar larie is het, als men, zooals jij, van zeuren en kletspraat spreekt wanneer een mensch uit den drang van 't hart, zijn kammeraden wil zeggen wat de verkeerde weg is, om tot beter te komen.
Mijn ultimatum was: niet eten of mee. Zij kozen het laatste en waren weer opgewekt als te voren. Kinderen, die Dajaks; zij zeuren, tot men hun een hard woord geeft, denken daarna aan iets anders. Zoo werden dan 's morgens op 23 November de prauwen te water gelaten en volgeladen; het ging net aan, doch, evenals den vorigen keer, wij zouden er ons wel doorheen eten.
Zeg, Dorus, zul je je goed houden?" vraagt Strijkman nog eens. De parels van angst en zenuwachtigheid staan op zijn voorhoofd. De onnoozele jongen ziet hem wezenloos aan en vraagt: "Niemendal zeggen?" "Hou nou asjeblieft op met zeuren, Strijkman; je bederft er meer mee dan je goedmaakt," zegt vrouw Juttner, terwijl zij met de anderen de straat opgaat.
't Javaantje schudde 't hoofd en zeide laconiek: "Weet niet". Neen zij wist 't werkelijk niet, zij had daar nooit aan gedacht, ze was nog zoo jong en ging geheel op in haar dartel jong leventje. De vraag harer blanke vriendin maakte echter diepen indruk op haar. Zij liet haar niet met rust, onophoudelijk hoorde zij in haar ooren ruischen: "wat wil je later worden?" Zij peinsde en peinsde er haar hoofdje moe van. Dien dag liep ze in school menig strafwerk op, ze was zoo verstrooid, gaf de dwaaste antwoorden als men haar wat vroeg en maakte de domste fouten in haar werk. 't Kon ook niet anders, hare gedachten waren niet bij hare lessen, ze toefden bij hetgeen ze in 't uitspanningsuur had gehoord. Haar eerste doen, toen ze thuiskwam, was naar haren vader toe te loopen en hem die gewetensvraag voor te leggen: "Wat zal ik later worden?" Hij zeide niets, lachte maar en kneep haar in de wang. Doch zij liet zich niet afschepen en bleef zeuren om antwoord. Een oudere broer kwam aanloopen, vernam hare vraag en hare gretig luisterende ooren vingen deze woorden op: "Wat meisjes worden moeten? wèl een Raden Ajoe, natuurlijk!" Het meisje was tevreden en snelde blijde weg. Een "Raden Ajoe" herhaalde zij telken male bij zichzelf w
»Kom, Pieter, niet zeuren,» zei Karel. »Als we den boschwachter tegen komen, waarvan wij natuurlijk niet veel gevaar loopen, omdat het bosch zoo groot is, zullen wij er ons zonder murmereeren weer uit laten jagen, dat is alles. Dan heeft de goede man alle redenen tot tevredenheid en kan hij niet anders getuigen, dan dat wij brave jongens zijn.»
"Wel, ik brandde van verlangen, om iets voor Vader te doen," zei Jo, terwijl zij om de tafel gingen zitten, want gezonde, jonge menschen kunnen zelfs in de grootste droefheid eten. "Ik haat leenen, net als Moeder, en ik wist, dat Tante March zou zeuren; dat doet zij altijd, al vraag je haar maar om een cent.
Toen deze nieuwsgierigheid bevredigd was begon zij opnieuw over haar eigen slechte gezondheid te zeuren, telkens herhalend dat zij toch geen recht tot klagen had, aangezien het onzen lieven Heer in zijn almachtige goedheid en wijsheid behaagde haar op aarde te beproeven om haar wellicht hiernamaals des te gelukkiger te maken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek