Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Heb je dan bij zoo'n gewetensvraag geen onfeilbaren gids? Heb je dan geen godsdienst? NORA. Och, Torwald, ik weet immers niet eens goed wat godsdienst is. HELMER. W
Kom dan maar gauw zelfs om mij te beknorren en met mij te praten; dat zal mij zeker tot kalmte brengen, en te eer, daar er een punt is, waarover ik u raadplegen moet, eer ik de erfenis definitief aanvaard; want gij moet weten, er is een maar bij mijne plotselinge fortuin, een maar die als altijd tergend achteraan komt hinken; mogelijk ziet uw juridische blik er geen rechtskwestie in, maar voor mij .... ligt er eene gewetensvraag achter, althans eene kwestie van kieschheid, waardoor mijne gouden bergen wel eens tot stuifzand kunnen vervliegen, en dat arme dierbare millioen, dat mij al zoo duchtig in de war heeft gebracht, gereduceerd worden tot niets meer dan eene luchtspiegeling, die mij voor eene wijle de oogen heeft verblind.
De Hollanders zijner dagen heeft hij tot besef van hun wereldburgerschap gebracht, door in het hart van ons volk menschelijk medevoelen voor de bevolking van Insulinde te wekken. Wat een levenskwestie voor den Javaan was en een belangenkwestie voor Indische industriëelen, was slechts een partijkwestie in de Tweede Kamer. Multatuli maakt het tot een gewetensvraag voor het Nederlandsche volk.
Uit zijn oog lezen we de gewetensvraag: kan ik je dit toevertrouwen? En dat oog blijft streng en onderzoekend op hem rusten. Rembrandt slaat hier den spijker met den eersten slag op den kop; hij tast de zaak aan in 't hart. Immers de beste eigenschap van eenen beheerder van 's lands penningen, is, dat hij tegen alle bedrog op zijn hoede is. Zoo één steeds waakzaam moet zijn, dan hij!
Het antwoord, dat ik zelf op die gewetensvraag moest geven, was weinig bevredigend, te meer daar mij op dat oogenblik mijn ledige geldbeurs in het oog viel: »de galg, want tenzij er een wonder met mij gebeurt, zal ik nog een straatroover moeten worden ook." Onder dergelijke overdenkingen, raakte ik in slaap.
't Javaantje schudde 't hoofd en zeide laconiek: "Weet niet". Neen zij wist 't werkelijk niet, zij had daar nooit aan gedacht, ze was nog zoo jong en ging geheel op in haar dartel jong leventje. De vraag harer blanke vriendin maakte echter diepen indruk op haar. Zij liet haar niet met rust, onophoudelijk hoorde zij in haar ooren ruischen: "wat wil je later worden?" Zij peinsde en peinsde er haar hoofdje moe van. Dien dag liep ze in school menig strafwerk op, ze was zoo verstrooid, gaf de dwaaste antwoorden als men haar wat vroeg en maakte de domste fouten in haar werk. 't Kon ook niet anders, hare gedachten waren niet bij hare lessen, ze toefden bij hetgeen ze in 't uitspanningsuur had gehoord. Haar eerste doen, toen ze thuiskwam, was naar haren vader toe te loopen en hem die gewetensvraag voor te leggen: "Wat zal ik later worden?" Hij zeide niets, lachte maar en kneep haar in de wang. Doch zij liet zich niet afschepen en bleef zeuren om antwoord. Een oudere broer kwam aanloopen, vernam hare vraag en hare gretig luisterende ooren vingen deze woorden op: "Wat meisjes worden moeten? wèl een Raden Ajoe, natuurlijk!" Het meisje was tevreden en snelde blijde weg. Een "Raden Ajoe" herhaalde zij telken male bij zichzelf w
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek