Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
Ze liep niet naar het venster, om daar te kloppen. Ze bleef staan, waar de man stond, en ze sprak in menschentaal, en met menschenstem, zoodat vader en zoon haar beide verstonden. "Jijt gij bereid?" vroeg ze zacht en mild. "Nog één jaar." "Jijt gij bereid?" "Ik moet voor mijn zoon zorgen." "Dat behoeft ge niet meer," zeide ze streng.
Plotseling gaat als een groot zacht licht voor ons open: uit de smallere Martapoera stevent het schip de schijnbaar oneindige wijdte van de Barito in. Als op een zee zeilen wij een rustig golvende, paarsig-bruine zee. In een schemerige verte komt flauw een lage oever te zien.
O, hoe heeft Wawelaar gelyk, als hy Gods juk zacht noemt! Hoe licht wordt de last gemaakt aan ieder die gelooft! Ik ben pas in de veertig, en zou kunnen uitscheiden als ik wilde, en naar Driebergen gaan, en zie eens hoe 't met anderen afloopt, die den Heer verlieten? Gisteren heb ik Sjaalman gezien met zyn vrouw en hun jongetje: ze zagen er uit als spoken.
Engel is het eenige woord der taal, dat niet verslijt. Geen ander woord zou het onmeedoogend gebruik kunnen wederstaan, dat de verliefden er van maken. Toen, wijl er getuigen waren, zwegen zij en zeiden geen woord meer; zij bepaalden er zich toe, elkander zacht de hand te drukken.
Op een afstand lijkt daardoor de Balkan, gezien uit de vlakte van Sofia, uit Philippopoli of in het noorden vanaf het plateau van Plewna of Tirnovo, op een zacht golvende zee.
Onze-Lieve-Vrouw, als zij klein was, moest op een zeer hard en ongemakkelijk beddeken slapen: hare ouders waren arm en gaven dan nog hier en daar een aalmoes. Op zekeren dag peinsde de H. Anna: Het bed van mijn kindeken is toch te hard. Zou ik in het veld misschien geen zacht vulsel vinden? Zij ging uit en kwam aan een dorre streek. Zij zag er een heelen hoop Bedstroobloemekens staan.
Tijdens het congres was ik meermalen zijn gast.... dat was een rooker.... hij had heel wit haar, overvloedig, als zij zoo zacht, en witte handen, verbazend blank met rose nagels.... ik zie hem nog.... het lachje waarmeê hij na 't diner een sigaar presenteerde.... ik hoor nog zijn zachte stem, als hij, na 't dessert, de mooie handen op zijn buik, rookende voluptueus en zichzelven bestreelende wanneer hij over zijn goed land sprak, zacht lachte.... o, suave, wanneer hij Fransch praatte.... en dan die handen met het rimpelige vel als hij goed gegeten had.... 't was zoo lekker dommelig.... dikwijls is 't mij later in Afrika's woestenijen gelukt, wanneer ik na een wilden dag, van overspanning onder mijn tent niet slapen kon, in te slapen door te denken aan 't geluid van die stem, zoodat ik 't hoorde.... te denken aan die witte, zegenende handen, zoodat 'k ze zag.... Le vieux bonhomme.... om u de waarheid te zeggen.... hij verveelde me soms geweldig, votre compatriote, wissen Sie.... c'etait trop doux.... Herr Gott, ja.... Eens herinner ik me, 't was bij een diner met de congressisten.... Gott, Gott.... wat is dat lang geleden.... mijn gastheer opgestaan, een toost van hem bij 't dessert.... ik niet alleen had een glaasje gedronken, wissen Sie.... 't was niet om te verdragen.... ik zat een eindje van hem af.... zijn mond ging open en dicht, gapen, geeuwen, 't was of hij sneeuw at, zijn woorden smolten in zijn mond.
"En hier hebben we mijn lieve kleine Annemarie", voegde zij erbij, het kleine meisje van drie jaar liefkoozend, dat zich een paar minuten achtereen had stilgehouden: "Die is altijd zoo zacht en stil, het rustigste kindje dat men zich kan voorstellen!"
Ze gaf Otto en Gerard machinaal 'n hand. "Ga nu dadelijk naar je slaapkamer," beval Beerenstijn, en ze knikte, wankelde weg, dof, gevoelloos; terwijl ze de jongens zacht de trap af hoorde gaan. Ze kwamen 's middags, een, twee tegelijk, langzamerhand allemaal naar haar kamer toe. Eerst Lou en Coba, die 't op college hadden gehoord, bleek, geschrikt, met behuilde oogen.
Er was even een manestraal door de wolk, die veronzichtbaarde de fenix, Merlijn, Gwinebant.... En in den manestraal verduidelijkte voor duizenden geestesoogen, die van boven neêr zagen, het blauwe tooverenghien, het zwevende fenixdier... verduidelijkten even tal van zilverige sylfewieken, die waren als van waterjofferen en libellen, doorschijnende glas, dooraderde vlies: de wolk van sylfen, die droegen het bezwijmde lijf van Gwinebant, zacht dalende, dalende laag.... Verduidelijkten zij daarna zilveriger, in stralender lijnen, toen zij, opstijgende uit het duistere foreest, Gwinebants astrale lijf hieven omhoog in hare armen, in hare handen, liggende levenloos de schoone jongelingvorm in hare stijging.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek