Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juli 2025


Neen seker; 'k heb terstont* mijn lijf en gansche wesen, 945 Mijn oogh, en rooden mont, mijn geestigh* hair gepresen, Als ick ontrent den noen en midden op den dagh* Mijn leden overslough*, en in den spiegel sagh.

Den 21en do smorgens liet den overste eenige van ons halen, wesen dat ons goet dat inde tent hadden, voor hem soude brengen, om versegelt te worden, t welc wij deden, ende terstont in ons presentie geschieden; de onse daer sittende, wierden voor hem gebracht eenige dieven die int bergen van 't goet eenige vellen , yser als andersints gestolen hadden, 't welcq op haer rugh gebonden was; worden in ons presentie gestraft tot een teeken dat sij van 't goet niet wilde verminderen, sloegen deselve onder de ballen vande voeten met stocken van ontrent een vadem lanck ende een gemene jongens arm dicq, dat sommige de toonen vande voeten vielen, ider 30

Zeer helder is Grotius in hetgeen hij in de «Inleiding» enz. over de onveranderlijkheid van het natuurrecht, en over een mensch en dier gemeenzaam recht, zegt: «Van deze zaken zijn eenige den mensch eigen, eenige hem gemeen met andere schepselen, niet dat de onredelijke schepselen eigentlick des rechts deelachtig zijn, 't welck alleen past op 't redelick wesen: maar dat den mensch door de reden die in hem is, bevind in hem recht te zijn 't geen andere schepselen doen of alleen door haer aengheschapen kracht of te oock met eenigen treck en de zucht.

Soo dese jongelingh gedwongen is te sterven, Soo moet ick van gelijck mijn jonge leven derven, Mijn hert is al te weeck, mijn wesen al te teer, Als hy syn leven laet, wil ick geen leven meer. 1140 Ick bid u, weerde vrou, met al de gansche leden, Om u verheven stam, om u beleefde zeden, Indien oyt soete min, indien oyt reyne vlam In uwen geest ontstack, in uwen boesem quam; Soo slaet een gunstigh oogh op twee soo jonge menschen, 1145 Die geensins hoogen staet of machtigh gelt en wenschen, Maer poogen een te zijn in vreught en ongeval, Tot dat de bleecke doot haer eenmael scheyden sal.

Doch voor al diende wel besorght, dat dese geheyligde Dame wierde ter hand gestelt eene stempel, waer mede wierde getekent, alle woorden, reden, en loyen, die op den Parnas gangbaer sullen zijn, ende de selve, van wat alloy of forme die oock mochten wesen, te legitineren. op de nieuw uytgevondene manier: verklarende alle het verdere voor billoen.

God heeft ons te gader bracht: Dat wetic seker wel te voren. Ghi sijt te minen behoef gheboren, Want ghi ghenoecht mi alte wale. U scone lijf, u hovesche tale, Dat ghenoecht mi al gader wel: Wi selen te gader maken spel! Nu comt met mi in mijn casteel, Ghi en saght noit so scone juweel, Dat sal wesen u ende mijn. Her ridder, nu laet u tale sijn.

Fig. 8. Vertoont mede de hoegrootheid van zoo een Visje dat ik op nieuw hadde wesen vangen, dog de meeste waren kleinder, en onder agt

Voor hen, die er belang in stellen, geef ik hier een paar aardige vonnissen en bescheiden. Utrecht 1417: "Want Isyo, die vroedemoeder, onredelijk saken, alse toverie ende andere onstantelijke dinghen bedreven ende gedaen heeft, daarom verbiet men haar de stat 50 jaer lanc naeste comende ende een mile van der stat te wesen op hoer lijf."

Soo haest de jonge maeght haer vont te zijn genesen, Soo wou sy metter daet beleeft* en danckbaer wesen, 290 Sy let* hoe 't heydens* volck gansch sober is gekleet, En 't is haer teere jeught een innigh herten-leet. Sy sprack haer moeder aen: Van yemant gunst ontfangen Doet stracx een billick* hert met alle vlijt verlangen Om weder-gunst te doen.

Misschien heeft MAERLANT in zijn Rijmbijbel, die toch tenminste evenzeer voor de gemeenten als voor den adel bestemd was, het oog op zelf lezen, als hij schrijft: Nu merct ghi die hier in zult lesen, Wat nutscap hier an zal wesen. Werden er dus wel lezers gevonden, groot kan hun aantal niet geweest zijn. Waren er veel edelen die vlot konden lezen? Het mag betwijfeld worden.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek