Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 mei 2025
Kapitein Hod sloop er na hem in en ik volgde hem. De plaats was wel wat bekrompen voor de gebaren van onzen gastheer, die zich weerde alsof hij in een salon geweest was. »'k Maak u mijn kompliment," zei kapitein Hod, na den toestel bekeken te hebben. »'t Is waarlijk vernuftig bedacht."
Nu wilden we allemaal tegelijk zien, maar Frits gaf ze mij in handen, en weerde de jongens af, die ons kwamen storen. Daar kwam op eens Piet Snibs, die zich anders nooit met ons bemoeit, door allen heen en ging vlak naast mij staan, en wilde mij de teekening uit de hand nemen. Dat zag Frits, en die duwde hem terug, want hij wilde dat hij ons met rust zou laten.
Om zijne macht te bevestigen, huwde hij eene afstammeling der Makkabaeën, Mariamne, die om hare schoonheid bekend was. Met rom. hulp weerde hij de Syriërs af, nam Jerusalem in, dat hij verfraaide, en waar hij den tempel liet afbreken en veel schooner en grooter herbouwen, maar bleef toch bij de Joden als Edomiet en overweldiger gehaat.
Wij behooren maar tot den arbeidenden stand, Mevrouw. Ja maar, zei Snepvangers, ik vind het heel schoon... mooi wil ik zeggen, maar ge moet zeggen wat het kost... Neen, weerde de huisvrouw af, wij doen wat wij kunnen, elkeen heeft vluchtelingen in huis. Maar Snepvangers drong aan, wou en zou betalen.
Zij boog zich over hem heen en wilde een kus op zijn voorhoofd drukken; doch hij weerde hare liefkoozingen af, met te zeggen: »Het is een twijfelachtige eer, tot uwe lievelingen te behooren. Bartja heeft zich door de verraderes niet tweemaal laten roepen, en zich door valsche eeden onteerd.
Lijk men soms op steile bergen de endelooze rustigheid der hemelen met rustigheid bewonderen kan en weet dat men niet blikken mag naar onder, waar duizelende diepten het hoofd verdraaien zoo zat hij en keek naar elkendeen, en dierf niet kijken alginds, ievers waar 't smokkel weerde, verre van hier.... En gedurig voelde hij den vriendelijken stoot van Johannes' elleboog of 't gewrijf van zijn vingeren, zachte.
Omdat men heden ten dage veelal onkundig is van de beteekenis, van de weerde van dit oude voorzetsel toe, zoo schrijft men de geslachtsnamen die er mede samengesteld zijn, gewoonlik als een enkel woord: Toebosch, Toereppel, Toepoel, enz. Op bl. 252 is aangetoond dat het voorzetsel van wel met het verbogene vrouelike lidwoord der samengesmolten is tot het voorvoechsel ver.
De Roodhuid zag dat, en weerde zich als een razende, om zijn leven te redden; maar elke nieuwe zet, de krachtigste niet uitgezonderd, bracht hem hoogstens een el vooruit, terwijl Davy op zijn gemak het dubbele van dien afstand voorwaarts kwam. De laatste bereikte nu de plaats, waar de beek zich in het meer stortte. Het beekwater greep hem, en sleepte hem mee.
De Belgen heroverden Hofstade en de bosschen van Schiplaeken alsook Sempst, Weerde en Eppeghem. Doch, na afloop der veldslagen aan de Samber, kon deze aanval niet meer worden voortgezet en nu zagen wij de troepen die er aan deel namen terug in het versterkte kamp komen. Wij geraakten met moeite door het getrappel der paarden, het gehots der wielen, tot in Puers.
Hij trok een blauw zakje te voorschijn en lei 't neere voor hem, en nam vervolgens nog een grooter zakje, in getafeld linnen, en lei 't nevens 't andere. Hij bekeek ze dan allebei met troetelende oogen, en zijn tonge sleerde tweemaal over zijn lippen ten teeken dat hij tegenwoordig gelukkig was. Hij ontknoopte zijn jas en over zijn beenen heen zeeg het ivoren kistje, dat Sebastiaan aan moeder ten geschenke gegeven had. Juist bij tijde kon hij 't grabbelen, en een subiete warmte schoot op naar zijne wangen, bij 't gedacht dat het in zijn val op den vloer groot gedruisch hadde gemaakt. Hij keek onwillekeurig omme, en Goedele zag zijn oogen van schrik openstarren en zijn neuze, langgeworden, over zijn mond een schaduw leggen, lijk een bange holte. Hij bukte zich opnieuw. Hij ontsloot het getafeld zakje en goot in het kistje, profijtelijk om niet de stilte te storen, den rinkelenden inhoud. 't Waren koperen en zilveren muntstukken en allerlei kleine dingen van stoffelijke weerde: gulden franjen, oude knoopen, kragen en borduursels van marine-officiers, allerlei metalen platen en rondekens, schitterende gesteenten. Goedele herkende in den kostelijken schat een duurbaren halsband van peerlen en koralen stekjes met onderaan een schoon geel kruis. Ze had het juweel overjaar verloren, meende ze. Ze merkte nog een paar ringen, die Sebastiaan peinsde te zijn zoek geraakt bij de pompe, een dag in den Zomer, als hij moegetennist was en zijn handen wou wasschen. Vele kleinoodiën lagen daar ondereen in wanorde. Rik wroette met zijne vingeren erin en stak zijn kinne uit naar voren, en neep zijne oogen dichte om diepe zijn wellust te voelen. Hij scharrelde in de schitterende gesteenten, hij streelde langzaam dien overvloed van weelde, peuterde om robijnen en diamanten, bepootelde de zware kettingen, zich deugddoende aan zijn tastelijk eigendom. Zijn lippen hergingen bijwijlen. Hij reutelde, zingend zoetekens: Al 't mijne ...
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek