United States or Mali ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een schoon meisje en een schoon peerd, anders en is er niet vele 't ziene weerd, vleide André. De boer knikte instemmend al snijdend, d'eene schel zwijnvleesch achter de andere.

Doch zij trokken er vele voorbij, als zij de zure gezichten van den baas of de bazinne zagen, weinig aantrekkelijk uithangsbord voor een gezellige keuken. Zij kwamen op de Zaterdagsmarkt en gingen het gasthof, de Blauwe Lanteern binnen. Daar zag de weerd er vriendelijker uit. Zij deden uitspannen en den ezel op stal zetten, in gezelschap van een maatje haver.

Zie, Doka, horkt, na de misse ga ik rondzien achter eenen kooper; Vinie voorzeker weet er niets van dat onze koe haar volle rekening heeft, z'en zal er geen cent te min voor gelden: we zeggen hem dat ze kalven moet in Korte-maand en ze is, vet en gezond lijk ze daar staat, zeshonderd frank weerd. Zeshonderd frank, zuchtte Doka, Vinie zal in vijf minuten zien dat die koe niet in regel is.

En lange nog was er niets te zien 't opkijken weerd en de kerels, bleven als lammelingen in den uchtend staan of liggen en keerden de oogen met weerzin van den een naar den ander, nijdig dat ze daar met zoovelen stonden.

Ondertusschen grijpt Lamme den monnik bij zijne kap, en doet hem vóór zich gaan in de straten van Antwerpen, zeggende: Gij zijt honderd gulden weerd: maak uw pak en ga vóór. Waarom gaat gij zoo traag? Hebt gij lood in uwe schoenen? Wat rapper, spekzak, vleeschbank, soepketel!

Gawein, o mijn Gawein, heb erbarmen en bid voor mij: sedert tien jaren waren wij schakers en moordenaren en wij waren niet weerd te zitten met u allen om Tafel-Ronde! Geroofd hebben wij wat wij konden en van wien wij konden! Maar menegertiere stonde is berouw over mij gekomen en heb ik willen wenden op den wege des kwaads, maar ik was zwak voor Didoneel, die mij verleidde!

Dan zegt men bij zich zölfs, wij bint toch nog meer weerd as zeuven of acht gulden in de weeke. »Broeders en zusters!" dat heuren wij nog wel in de kerke, maor ai je weer over de drumpel bint, merkt men somtieds dat die namen buten deure niet völle weerd zint. Dat hew we ondervunden toe oes oldste jonge heel erg ziek was."

Zij stapten af in de Meermin, afspanning, die van verre kennelijk was door de gouden meermin, die, als windwijzer, bovenop den trappengevel stond. De beide wandelaars brachten hunne ezelen op stal, en Uilenspiegel bestelde brood, bier en kaas voor hun avondmaal. De weerd grijnslachte bij het opdienen van dien schamelen maaltijd.

En, geholpen door heur, bonden zij, met koorden en kettingen, de serjanten, die beefden als riet en niet dorsten wederstaan, daar zij wel voelden, dat de beenhouwers die de weerd uit de Bie onder de sterksten gekozen had hen met hunne kruismessen in stukken hadden gekapt.

Gezeilde schepen schoven op de Nethe die glinsterend, in rustige bochten, den eenen horizont met den andere verbond. En groot stond de hemel daarover, vijf keeren zoo hoog, en de zon vulde de aardkom met heur overheerlijk licht. Alles scheen zoo klein en zuiver als een stuk nieuw speelgoed en Pallieter zei: "Van hier gezien is de mens nog gin pijp toebak weerd!..."