Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 september 2025
"Wa belieft er ou, miester?" vroeg Rozeke met een kleur, als altijd in 't begin, door zijn deftigheid geïmponeerd en hem niet goed begrijpend. "Of gij nog wel meer zulke dingen ontvangen ebt?" herhaalde de schoolmeester met nadruk, eenigszins geërgerd dat zij niet dadelijk zijn mooie taal verstond. "Joa ik, miester, nog al wa poskoarten mee santjes op," antwoordde Rozeke. "Wilt-e z'euk zien?"
De tranen spoten uit Charlot haar oogen, ze pakte ze vast, kuste haar op den mond, hief haar op, en drukte haar haast te pletter op heur dik lijf. "Och wa' zadde toch e' schoe' meske geweurre!" riep ze. "O ma' Marieke, ma' Marieke!..." En ze kuste haar nog eens, en haar tranen plakten op Mariekens gezicht.
"Joa hij, mejonkvreiwe; hoast ou, hij zit op ou te wachten in de koamer." Zij holde naar binnen, en toen Rozeke even na haar in de keuken kwam, was zij reeds met den hond in de kamer verdwenen. "Och Hiere, wa zie z' hem toch geiren!" murmelde Rozeke meewarig in zichzelve.
"Wacht ne kier! wa ès dat doar?" riep zij plotseling, als in schrik naar de donkere boomen wijzend. De vaag-zichtbare gestalte van een man kwam er langzaam uit het donkere der stammen en verwijderde zich geluidloos in de richting van boer Kneuvels hoeve. "'t Es ne man, hij zal 't gezien hên;" fluisterde zij dof.
En 't kwam haar voor of haar stem, die weer geen antwoord kreeg, in de halfduistere stilte van het slaapvertrekje galmde met een vreemden, hollen klank. "Moeder!... wa..." Eensklaps, door een angstig voorgevoel aangegrepen, liep zij naar het raampje dat zij openrukte en waarvan zij 't luikje wegduwde.
Half elf arriveerden wij op onze bestemmingsplaats, waarvan een Japansch spreekwoord zegt: "Nikko minai uchi wa, kikko to iuna", hetgeen beteekent: "Totdat gij Nikko gezien hebt, zeg niet kikko", d.i. magnifiek. Nikko ligt op eene hoogte van 2000 voet te midden der bergen en wouden, heeft een koel klimaat en is dan ook een druk bezocht zomerverblijf.
"En wa moet 't zijn?" glimlachte Rozeken, "'n jongentsjen of 'n meisken?" "Al wat de lieve Heer verleent zal welkom zijn, Rozeke, maar wij hopen een jongen." "'K zal d'r veure lezen, mevreiwe" beloofde Rozeke met ontroerde vroomheid.
Zeg, ouwe jongen, kijk me 's even aan, vind je 't eigenlijk niet om te gieren? Ik vind 't om te brullen, te schudden, te trappen van-de-lach, om je handen op je heupen te zetten en telkens weer te beginnen! Ik vind 't verregaand belachelijk, God! ik vind 't zoo gek! Ik vind 't om te gaan staan dansen en scheel te kijken en wa! wa! wa! te roepen als 'n idioot, zoo vind ik 't! Stil! 'n vraag!
"Wa vertelt-e gij doar!" riep hij gansch onthutst, en meteen keerde hij zich naar Rozeke, en staarde haar peilend in de duisternis aan. Het kwam hem voor of haar gelaat, tot nu toe door het grauwe van den nacht omneveld, zich plotseling met bijna duidelijk omlijnde trekken bezielde.
"Wa es d
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek