United States or Liechtenstein ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eerst dacht ze: daar heb je Louis..., Louis met wien ik ga trouwen.... Daar was ook wel iets vreemds, ver-afs in..., maar dat was nu toch maar verbeelding, zo wist immers wel dat ze met hem ging trouwen, en hij was eerst nog meê in 't licht van dien dag, het mooie warm-rossige licht.... Maar toen kwam Louis zoo heel dicht bij haar, en hield haar hand zoo lang in da zijne, die warm was, en hij keek haar zoo aan, en praatte ook dadelijk veel over allerlei dringende dingen, waar zij niet aan gedacht had, den heelen dag niet.... Jammer, jammer, hoe kwam dat nu?... 't Was niets voor haar!... Zoodat ze een beetje vervelend-wakker werd, een nare ontstemming en vage verwarring gevoelde.... De muren kwamen ook in-eens dichterbij, alles werd gewoon, de stemmen in de kamer scherpten op, ratelden hard en zenuwachtig.... Och! wat was er nu weer, konden ze weer geen vrede houden?... Ze wist ook plotsling niet meer hoe 't alles daarnet nog geweest was, wèl doodgewoon dat ze gisteren boodschappen had gedaan met Paul, inkoopen voor hun huis, en dat ze daar nog verslag van doen moest aan Louis.... Ze vond dat erg moeilijk, 't verontrustte haar, ze trachtte er zich af te maken, praatte er vlug-druk over heen, ze had ook in-eens een gevoel alsof ze zich iets te verwijten had tegenover Louis.... Toch was er niets, niets.... Dat ontstemde haar tegen hem.

Het was iets zoo vreemds, dat zij af en toe elkander instinctmatig aankeken, als 't ware om zichzelven te overtuigen dat zij werkelijk levende wezens waren, die werkelijk-reëele gebaren en bewegingen maakten. Een der mannen, Drieske Nijpers, hield even op met rukken en stak de hand uit naar zijn buurman Miel van Dalen, om hem van zich af te duwen, alsof hij hem hinderlijk in den weg stond.

»Wie heeft wat overvroeg meester. Een jongen was er, die z'n vestje wel een poos missen kon. Ook was er een, die twee paar kousen droeg, omdat z'n schoenen wat groot waren. »Maar een broekJa, die had niemand te veel. »Als we deze goed uitwringen, kan ik ze wel dragenzei Jo. »Laten we beginnenriep meester. »Geeft op, wat jullie over hebtToen gebeurde er wat vreemds.

Ofschoon de Spanjaarden voorbereid waren op veel vreemds, zoo trof hun toch dit zonderling en walgelijk gebruik. De afgevaardigden gaven een boeiend verhaal van de schoonheid der natuur, en de vriendelijkheid van 't volk. De menschen waren gezellig van aard, en schenen goed met elkander te kunnen omgaan.

Maar Gawein verheugde zich zeer, en liep op het ros toe en greep het bij den teugel, want het was getuigd en gezadeld, en Lancelot en Gwinebant begrepen wederom zeer goed, dat het een ros was, dat Merlijn aan Gawein zond en er eigenlijk niets vreemds aan was, dat, nu Gringolette dood was, Gawein, door Merlijns clerkeconste, een ander ros erlangde.

Overal is Alexander de dappere krijgsman, maar nog meer de verstandige, slimme veldheer en nog 't allermeest de geestige, galante, edelmoedige vorst. Maar ook is hij de personificatie van de onverzadigbare drang naar onderzoek en de onverschrokken lust naar avonturen. Wat de ouden in hun wildste fantasie voor vreemds hadden wensen te zien, is in de tochten van Alexander verpersoonlikt.

Hij was nu zeer door haar bekoord; een liaison met zoo'n mooie en interessante vrouw van zulk een liberaal man stelde hij zeer op prijs. Dat zij werkelijk ook, in alle geval bijna verliefd op hem was, dat wist hij zeker; hij had het al ontelbare malen aan kleinigheden gemerkt. Mevrouw Wenche had trouwens iets vreemds over zich gehad in den laatsten tijd, iets zenuwachtigs, iets ongestadigs.

Langs de winkels loopt een planken voetpad, dat een paar voet boven den beganen grond verheven is; over de beken of slooten zijn boomstammen gelegd, die naar de verschillende kramen of winkels voeren; onder uwe voeten zwemmen en kwaken de eenden. Dit is trouwens niets vreemds, want ook de andere straten wemelen van allerlei gedierte.

Zulke dingen gebeuren hier niet ... dat vind je alleen in verre landen. Ja ... of heel lang geleden. Nu dan, na lang bidden stak de zon geen der beide brandstapels aan... ... zei 't meisje verwonderd, want na al 't zonderlinge dat ze vernam, had ze zich gereed gemaakt nog meer vreemds te hooren.

Wij liepen Iviza in 't zicht en zeilden er langs, naar de baai van Palma op het eiland Majorca; tot onze teleurstelling vonden wij hier niets en zetten onzen koers om het eiland voort. Hier gebeurde iets zoo vreemds, dat het bijna niet te gelooven is; toch is geen twijfel denkbaar, omdat er buiten mij nog anderen getuige van zijn geweest.