Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juli 2025
De eerste soldaten van het Roode Leger, jonge frissche gezichten en op de muts de Sowjetster! De spontane hartelijkheid dier kameraden ontroert ons, maar maakt ons ook onrustig, want we voelen in haar hoe vaak zullen we het nog voelen het aanroepen van de Europeesche revolutie. Bij de soldaten bevindt zich een klein tenger ventje, jong nog, in uniform, maar zonder wapen.
Tusschen den koestal en den paardenstal was er in de plaats een breede, overdekte inrijpoort, en die lag zoo, dat zij ook werd verlicht. En toen het wat later in den nacht was geworden, zag 't oude moedertje, dat uit het poortgewelf zacht en voorzichtig een klein ventje kwam sluipen, die niet meer dan een handbreed lang was; hij droeg klompen en een leeren broek, zooals een gewoon arbeider.
De winkels met hunne breede vensters en veelvervige uitstallingen sleerden zijlings voorbij. Ze herkende ievers een confectiehuis en wierp hare blikken subiet anderzijds. Een oud ventje hinkte krukkebeenend op haar af en reikte eene bevende hand uit. Ze bleef staan en vingerde in haar geldtasje en gaf een stuiver aan den man.
Amy was bezig de verschillende groepjes te schetsen, en waakte met teedere zorg over een bleek ventje, dat haar, met zijn kruk naast zich, in bewonderende aanbidding aanstaarde.
Wel neen!" lacht Willem, uit zijn gemijmer ontwakende: "Maar áls ik het was, zou je dan wel altijd bij zoo'n prins willen blijven?" "Ja wel," zegt Sander. "Waarom?" "Om ditte!" zegt de jongen en likt nog eens langs den rand van den grooten chocolade-kop. "Hadt je dat nooit geproefd?" Het ventje grinnikt alsof hij wil zeggen: Dat kun je begrijpen!
"Ambacht?" grinnikt het kind.... daar had hij nooit van gehoord. "Waar verdient hij zijn centen mee?" "Dat doen wellui." "En hoe oud benje al, ventje; benje al zeven?" "Ikke," zegt het jongske, "ikke ben tien." In de geheele letterkundige werkzaamheid van Cremer is geen knapper, geen meesterlijker bladzijde te vinden, misschien wel naïever, teederder, roerender.
Cecilianus, zei Thymele; het lieve ventje is flauw gevallen! Ach wat! riep Cecilianus. Ik ben weêr beter. Het was alleen maar éven om dien beer. Ik wil niet op den ezel. Thymele, ga jij er op! Ja, Thymele! moest Cecilius na komen. Ga jij op den ezel zitten! Neen, zei Thymele; ik loop wel graag na gedanst te hebben: d
"Hoe moet dat nu, tante?" "Dat is niets, ventje," zei mevrouw Van Brakel, "vanavond zijn jullie weer tweelingen in je hanssopjes." Foxje was door al die luidruchtigheid ook heelemaal van streek en holde van den een naar den ander.
Sinds ruim een jaar leefde er op twintig passen afstand van uwe woning een mensch, wiens zoetste lust het geweest is de lucht in te ademen, die hem kwam toegewaaid uit uwe nabijheid. »Goed! waarachtig goed!" verklaarde de heer Edmund: »A propos, waar woont het ventje?" »Wel, vlak naast ons, rechts", antwoordde Mary. »Zoo is 't gekomen, begrijp je?
't Is toch ongelijk verdeeld in de wereld: hier zoo veel, en daar zoo niets! Weet je wat ik iederen avond, inweerwil van al 't genot, zoo'n nare gedachte vind....? Niet? Nou, zeg dan eens behoorlijk nee, lieve ventje." "Nee Eva, nee wat dan?" "Dat die dag alweer om is. Van morgen schreef ik tien, en nu zijn 't nog maar negen dagen. Dit is het laatste nachtje in onze rue du Helder niewaar?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek