Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juli 2025


De "jongste bediende", een klein tenger ventje met een armoedige, grijze tint luisterde, stil, angstvallig loerend, gebogen over 't copieboek dat hij registreeren moest, en als hij even tersluiks dorst mee te lachen, kreeg hij een tik van den correspondent, op zijn vingers, met een platte liniaal.

Met de reis naar Zutfen en Briesborg meegerekend, had het lieve blonde ventje zijn vader in zes dagen zoo goed als in 't geheel niet gezien; die vluchtige keeren in de laatste dagen telden niet mee. Ja ja, nu zal hij den stoel uit. Ja, nu moet hij weer eens zoo heel hoog naar boven worden getild en dan, ploef, ineens heel laag naar beneden!

Wie daar dan ook woonde was de gemeenteontvanger met zijn zuster: menschen van goed, landelijk komaf, maar zonder fortuin, en die er 't "stameneetje" bijhielden om rond te komen. Binus, de broeder, was een dik, kort ventje met kaal hoofd en kwabbe-wangen, dat slechts moeilijk en stijf-trekbeenend kon loopen. Hij droeg den bijnaam van 't Kuipken.

Toen nu 't ventje in de keuken werd gedragen, wou hij zeker probeeren eens naar den ganzerik uit te zien. Hij was begonnen zich te bewegen, en hierdoor drukte hij bij ongeluk zóó hard tegen den deksel, dat die opensprong. Botaniseertrommels springen altijd open, en de leerling dacht daar niet verder over na, maar drukte die eenvoudig weer dicht.

In den troep waren dertien ganzen van de gewone grijze kleur en één witte ganzerik, die op zijn rug een klein ventje droeg, gekleed in gele leeren broek, groen vest, en een wit slaapmutsje. Ze waren nu heel dicht bij de Oostzee, en op den akker, waar de ganzen waren neergestreken, was de aarde met zand vermengd, zooals gewoonlijk aan de zeekust.

Er waren eens twee broeders, die heetten beide Oege. De een was groot en sterk, maar zeer dom en lomp; de ander was een klein en nietig ventje, maar zeer leep en verstandig. Groote Oege was rijk, hij had wel dertig koeien, kleine Oege was arm, hij had maar eene koe. En zij hadden ieder een oude grootmoeder bij zich inwonen voor huishoudster.

Toen zei op eens 't ventje, dat op zijn rug zat: "Lieve Maarten Ganzerik, je begrijpt toch wel, dat het voor jou, die nog nooit gevlogen hebt, onmogelijk is met de wilde ganzen heel meê naar Lapland te vliegen. Zou je niet liever weer naar huis gaan, vóór je je heelemaal ziek maakt?"

Er kwam 'n levendig debat over, hoe verzen gelezen moeten worden, en iedereen maakte zich warm met veel gesticuleeren, ze bogen voorover op hunne stoelen, vielen opgewonden elkaar in de rede, zoodat de praeses aftikken moest, terwijl het stille ventje weer onbeweeglijk op zijn stoel zat, de beentjes recht naast elkaar, de fijne bruine handjes gevouwen, en de stage glimlach op z'n glanzend, bruin gezichtje, als 'n Bouddha-beeldje.

En toen zette ik een van de poppen van de kinderen voor het venster, stopte het ventje onder in de kist, en ging heen. En de vogels dachten zeker, dat hij daar in 't venster stond, want ze lieten me heengaan zonder me te vervolgen." "Zegt hij niets?" vroeg Klement. "Ja, in 't begin probeerde hij de vogels te roepen, maar daar moest ik niets van hebben, en ik bond hem den mond dicht."

En het vermaakte Johan het ingespannen getreuzel van het ventje te gaan bekijken. "Antonio, wil je me nog een rhum geven?" hoorde hij achter zich den dokter roepen, onderworpen, alsof deze een lesje opzei.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek