Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
En 't was een lafhertige verrader uit het regiment van den heer van Likes, die hen allen had aangeklaagd. Met een hert, dat klopte van angst, ging Uilenspiegel te Brussel naar de Peerdenmarkt, den ijselijken folterdood bijwonen.
Lamme, sprak Uilenspiegel, gij ziet er wederom zoo weemoedig uit; weet gij dan niet dat niets slechter kan zijn voor uw vel? Als gij volherdt in uw zwarte gedachten, zult gij het verliezen met stukken en brokken. En dan zal het aangenaam zijn te moeten hooren, als men van u zal spreken: de schurftige Lamme. Ik heb honger, sprak Lamme. Kom eten, zei Uilenspiegel.
Toen de pelgrims hen met rust lieten, sprak Klaas tot zijn zoon: Gij zijt onder een zeer slecht gesternte geboren, want gij zit vóór mij, doet niemand kwaad en toch willen ze u dooden! Uilenspiegel hield zijn buik vast van 't lachen.
Jongens, riep Uilenspiegel, naar het wijf, de twee paters en 't weemoedige grauwtje wijzend, vermits de meesters zoo goed zingen, moet de ezel dansen. En hij liep naar een winkel, en kwam met zes duiten peper. Toen hief hij den steert van den ezel op en wreef er de peper onder. Als het beest de peper gevoelde, keek het omme, om te zien van waar die ongewone warmte kwam.
En zij vechten tegen hen in de wolken; maar nu zie ik niets meer. De Zeven, zei Uilenspiegel. Ik hoor, zeide Nele, omtrent ons in het loover, eene stem, zacht als een ademtocht, neuren: Door den krijg en het vuur Door de lansen en zwaarden, Zoek; In den dood en het bloed In de puinen en tranen, Vind. Anderen dan wij zullen de verlossers van Vlaanderen wezen, antwoordde Uilenspiegel.
Terwijl hij naar den oever zwom, riepen de kleine koordesnijders hem toe: Hoe gaat het, Uilenspiegel-vlug? Gaat gij nu in den vijver den karpers leeren dansen? Uilenspiegel kwam uit het water en schudde zich af. En daar zij uit angst voor een pak slaag wegliepen, riep hij hun toe: Vreest niets; komt Zondag terug, 'k zal U andere kunsten toonen en gij zult uw deel in de winst hebben!
Ledige buik, beklaag u niet, jammerende ingewanden, houdt u stil. Fortuin, waar zit gij nu? breng mij ergens waar ik te eten vind. Terwijl hij aldus tot zich zelven sprak, werd de hemel helder; het hagelde niet meer, de zonne vertoonde zich en Uilenspiegel sprak: Daar is de zonne, mijne eenige vriendin, die mij komt drogen!
Hij telde zijn winst en vond meer goud dan zilver, want er waren minstens driehonderd karolussen. Hij zag een verdroogden laurier in een bloempot staan, trok de plant bij den kop uit den pot en legde zijn goud onder de aarde. En al de halve guldens, oortjes, deniers spreidde hij uit op de tafel. De deken trad de taveerne binnen en kwam boven bij Uilenspiegel.
De zilveren halvemanen flikkerden op de Zeeuwsche hoedekens. En Uilenspiegel zong: Leiden is ontzet, de bloedhertog Wijkt uit de Nederlanden; Klare klokken, klinkt, Beiaards, schatert uw deuntjes uit; Rinkelt, roomers en bottels. Kreeg de doghond slaag, Staartneder, met bloedend oog, Loopt hij de stokken weer in. Zijn gescheurde muil Hijgt en huivert.
Zij waren aan hun laatsten gulden; als zij Uilenspiegel zagen komen, riepen zij hem eene afspanning binnen om hem te trakteeren. Uilenspiegel nam gereedelijk aan. Daar hij zag dat de Smadelijke Broeders tot elkaar knipoogden en heimelijk lachten, terwijl zij hem inschonken, begreep hij dat men hem eene poets wilde bakken. Hij ging buiten, doch bleef aan de deur luisteren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek