Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 mei 2025
Maar de beenhouwers knipoogden om hen gerust te stellen, terwijl zij gedurig luider en luider zeiden met Uilenspiegel: 't Is van te beven den klinkaard! 't Is van te beven den klinkaard! Stevenijne dronk mee, om zich een hert onder den riem te steken.
Zij genoten nog lang van elkaars aantrekkelijk gezelschap, behandelden alle mogelijke onderwerpen, vertelden moppen en fluisterden zinnelijke opwellingen, waarbij ze vertrouwelijk knipoogden. Menig glas werd nog gedronken en menige dure sigaar gerookt. Wat Mijnheer bijbleef was het vreemd geval dat zij ruzie hadden gekregen bij de betaling van dit uitspanningsken.
Antoine had zijn vader beet met een onuitputtelijke beschouwing, terwijl Marieken en Madame Craen de kleintjes susten. Snepvangers en Albertken hingen hun veelkleurige ballonnekens in de veranda, plaatsten de kaarsjes recht, onderzochten het vuurwerk en verlangden naar den avond om de verlichting te kunnen beginnen. Aan tafel knipoogden zij soms in het vooruitzicht der komende verrassingen.
Zij waren aan hun laatsten gulden; als zij Uilenspiegel zagen komen, riepen zij hem eene afspanning binnen om hem te trakteeren. Uilenspiegel nam gereedelijk aan. Daar hij zag dat de Smadelijke Broeders tot elkaar knipoogden en heimelijk lachten, terwijl zij hem inschonken, begreep hij dat men hem eene poets wilde bakken. Hij ging buiten, doch bleef aan de deur luisteren.
En zij barstten in lachen uit en buitelden over elkaâr op den grond. Driehonderd sestertiën! riepen de jongens. Per dag!! En ze keken elkander veel beteekenend aan en riepen: Ze heeft wat over, om ons te zien! Die edele Crispina! En ze knipoogden tegen elkaâr en lachten en buitelden en stompten elkaâr in de ribben.
Want zij kenden allen Earinus en nu ook Cecilius, lieten hen overal door gaan en groetten met den speer Earinus of knipoogden tegen Cecilius. De drie monumentale poorten van het paleis waren gesloten onder de immens hooge portiek, maar Earinus voerde Cecilius naar een zijpoortje links en ging met hem tusschen de Prætorianen door.... Overal staan de wachten? Ja, zei Earinus; overal.
De sterren knipoogden lui in het donkere, verre gewelf boven hun hoofden; en de volle maan, rijzend uit het oosten, beroerde met haar licht de myriaden slierten en draden en webbige vliezen rook die ineen krulden en kringelden en wegdreven over het dek, langs de reelings en omhoog, de masten en het want in.
Hij gilde bij iederen slag, maar ik merkte op, dat op iederen gil de anderen bedienden vergenoegd knipoogden en met zekeren dank het aanzagen. Hij was de gunsteling van Habulam en had ongetwijfeld het dienstvolk gebeuld. Ook hij liet brandewijn in de wonden aanbrengen en kroop toen achter in een hoek, waar hij ineengedoken neerzat. En wie nu? vroeg Halef. Murad Habulam! luidde mijn antwoord.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek