Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


"Neen, mijnheer ... en toch zijn ze geopend geworden...." "Of opengelaten door verzuimenis. Leg ons eens uit wat gij van de zaak weet." "Het was eenige minuten vóór tienen, mijnheer. De sneltrein zou voorbijrijden. Het bliksemde, hagelde en regende zoo sterk, dat men de oogen slechts ter vlucht kon openen.

"Had hij de barreelen gesloten, zooals hij het beweert, hoe kon dan het ongeluk gebeuren?" "En indien iemand de barreelen had geopend?" "Dit is niet mogelijk, substituut. De baanwachter is gehouden, de barreelen toe te schuiven eenige minuten slechts vóór den doortocht van den trein. Het was een ijselijk weder; het donderde en hagelde, als zou de wereld vergaan.

Van eigenlijke decoraties was in die dagen nog geen sprake. Uit de woorden van het stuk kon den aandachtigen toeschouwer vaak blijken, hoe en waar men zich het tooneel te denken had, maar er werden toch meestal ook andere middelen gebezigd om der verbeeldingskracht te hulp te komen. Wie een paar standaards ten tooneele zag brengen, begreep terstond, dat hij zich een legerkamp of een slagveld moest voorstellen; werd er een tafel met een paar kroezen nedergezet, dan verbeeldde het tooneel natuurlijk een taveerne; een paar groene struiken verplaatste in een bosch of tuin; en bij het zien van een troon behoefde men niet te twijfelen, of men een zaal van een koninklijk paleis voor zich zag. Als er een proloog werd uitgesproken, zooals in Pericles, hoorde men vaak mededeelen, waar het stuk speelde, maar men werd hiervan ook dikwijls onderricht door een plank of bordje, dat met groote letters den naam van de stad of het land, waarheen men zich verplaatsen moest, te lezen gaf; zulk een bordje werd dan b. v. aan het balkon, goed voor allen zichtbaar, opgehangen. Zoo zegt in Kyd's Spaansche Tragedie Hieronymo: "Hang op het bordje: Ons tooneel is Rhodus." Men was volkomen tevreden met zulke aanwijzingen; als men vernam, dat het stormde, hagelde of sneeuwde, verlangde men niet, dat liet stormgeloei of het gekletter der hagelsteenen zich bij de woorden des spelers telkens deed hooren, of dat witte vlokken over het tooneel stoven; werd er een veldslag geleverd, dan behoefde er geen slagveld gebouwd te worden met hoogten en laagten, waarop eenige meer of minder geoefende, of geheel ongeoefende, krijgers heen en weder sprongen, die elkander af en toe klinkende zwaardslagen toebrachten, maar, zooals Shakespeare in zijn "Koning Hendrik

Als een slang sloop hij vooruit, tot hij de klip, die hem als dekking moest dienen, tot op vijf pas was genaderd. Nu wachtte hij een oogenblik. Een regen van kogels hagelde over het veld. Ja, 't was een gevaarlijk stuk werk. Langzaam, voorzichtig dook hij op uit de sloot, en met den sprong van een panter wierp hij zich achter de klip. Hij haalde ruim adem.

Ledige buik, beklaag u niet, jammerende ingewanden, houdt u stil. Fortuin, waar zit gij nu? breng mij ergens waar ik te eten vind. Terwijl hij aldus tot zich zelven sprak, werd de hemel helder; het hagelde niet meer, de zonne vertoonde zich en Uilenspiegel sprak: Daar is de zonne, mijne eenige vriendin, die mij komt drogen!

Maar de geweldige stammen der hooge boomen aan den weg schenen lichtelijk te verschuiven van hun standplaats, en zij wankelden en zij rezen hooger en zij schreden tot elkaâr. Er barstten er van-één, van hun wortels hagelde een warreling van zwarte vonken Op, maar zij sloten weêr samen en als een troep ijzeren gedaanten drongen zij naar voren.

Vermits gij het wilt, sprak Uilenspiegel, zullen wij morgen vertrekken. En inderdaad, 's anderen daags kochten zij ezels en reden zij naast elkander de stad uit. Een gure wind blies over de aarde. De lucht, die 's morgens helder als de jeugd was, werd grijs als de oude dag. Het regende en hagelde.

Uilenspiegel naderde Ronse, en hij had honger en dorst, doch wilde niet klagen; hij beproefde de menschen te doen lachen om aan brood te geraken. Maar het ging hem niet af, de menschen kwamen en gingen en gaven hem niets. Het was koud, beurtelings sneeuwde, regende en hagelde het op den rug van den zwerver. Als hij een hond een been zag afknagen, kwam het water hem in den mond.

Als het hagelde, hing de bui zóó, dat hij juist buiten de grenzen van onze velden zich ontlastte. Als de wijngaarden onzer buren door de een of andere ziekte waren aangetast, schenen de onze als door een muur daartegen beschut. En dat alles leek mij rechtvaardig toe. Geen mensch kwaad doende, meende ik dat ik deze voorspoed verdiende.

Na die woorden kwamen zij er toe elkaar bij de hand te nemen en wederkeerig te drukken en hierop elkaar te omarmen en dan te kussen, terwijl het maar altijd hagelde. En om mij niet bij elke bijzonderheid op te houden: het weer werd niet beter, voor zij de hoogste verrukkingen der liefde gekend hadden en hun maatregelen genomen hadden om in 't geheim van elkaar te genieten.

Woord Van De Dag

zingenden

Anderen Op Zoek